De ergerniswekkende onzin van water uit een flesje

TeunColumns & verhalen

Plastic waterflesjes met blauwe doppen en een waterfles met een rode dop

‘Een espresso en een glaasje kraanwater alstublieft.’ ‘Wij doen niet aan kraanwater, we doen alleen aan Spa rood en Spa blauw.’ ‘U doet niet aan kraanwater?’ ‘Nee.’ ‘Dat is wel een beetje vreemd…’

Mijn opmerking blijft in de lucht hangen.

De serveerster van Grand Café Sloterplas haalt haar schouders op.

‘Doe dan alleen maar een koffie’, zeg ik afgemeten. Het is kinderachtig, maar het liefst vertrek ik meteen. Omdat ik met collega’s ben en we over twintig minuten ergens in de buurt moeten zijn, blijf ik. De sfeer verziekend met mijn gemopper over dit gebrek aan gastvrijheid.

Op veel plekken zetten ze tegenwoordig een glaasje kraanwater naast je koffie. Vaak staat er een kan op de toonbank. Maar er zijn nog steeds etablissementen, van Loppersum tot en met Maastricht, waar de uitbaters lijken te denken dat het verschil tussen faillissement en een geslaagd jaar afhangt van de verkoop van een paar glaasjes flessenwater.

Je kunt geld verdienen door goedkope waar duur te verkopen. Water is spotgoedkoop. Als je dat voor meer kunt verkopen, ben je spekkoper. Dat is in Nederland nog niet zo eenvoudig. Bij ons komt er immers heerlijk water van uitstekende kwaliteit uit de kraan. Je zou wel gek zijn om meer te betalen.

Toch is dit precies wat veel mensen doen. Jaarlijks worden er miljoenen plastic flesjes verkocht met water dat helemaal niet beter is dan wat er uit onze kraan komt. Sterker nog, jaren geleden toonden we al in de Keuringsdienst van Waarde dat Bar-le-Duc gewoon Utrechts leidingwater is. Zonde van het geld. En van het milieu: al dat plastic, al dat transport en al die opslag. Nergens voor nodig.

Over een goede verkoper wordt gezegd dat hij ‘nog ijs aan de eskimo’s kan verkopen’. Knap inderdaad, maar flessenwater aan de zuinige Nederlanders verkopen is minstens zo knap. Wie dat kan, verdient de sales- én marketingtrofee van de eeuw.

Hoe is ze dat gelukt? Met fotomodellen die met hun gave – of goed opgemaakte en uitgelichte – huidjes altijd met hun Eviannetjes rondlopen. Met heel veel reclame vol Alpenweiden en vage gezondheidsclaims. Al dat flessenwater zit boordevol formidabele mineralen en het is hartstikke zuiver. Je vóélt gewoon dat het goed voor je is. Voor wie meer wil is er zelfs biologisch water. Echt waar.

Iets dat zo uit de kraan komt, kan gewoon niet goed en zuiver genoeg zijn. We vertrouwen het niet. Overigens is het leidingwater in veel landen waar men al veel langer aan de fles is, lang niet zo goed en lekker als hier. We willen extra gezuiverd en duurder.

Dan zit je bij Aquadraat goed: 5 liter voor euro 8,99: ‘Het heeft een speciale behandeling gehad, waardoor er een extra verbinding met zuurstof is verkregen.’ Waterstofperoxide?! Dat is reuzeongezond. Hoe kan het dan dat de klanten van Aquadraat zich ‘fitter en gezonder’ voelen? Misschien door die andere magische eigenschap van Aquadraat: ‘Ook is het water dunner. Hierdoor wordt het beter en sneller opgenomen door je lichaam.’ Dunner water! Daar heb ik wel een bom duiten voor over. Van dat dikke water krijg ik altijd een heel opgeblazen gevoel.

Afbeelding: Willfried Wende via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal