Fabrikanten zijn dol op cijfers, maar dat is niet per se een succes

TeunColumns & verhalen

percentages

Cijfers zijn lekker. Je kunt anderen ermee overtroeven en het bos insturen. Je kunt er status aan ontlenen én je kunt er de indruk mee wekken heel exact te zijn. Geen wonder dat politici er dol op zijn.

Ook fabrikanten zijn niet wars van een klinkend getal op hun verpakking. Daarover straks meer, maar eerst een paar woorden over Herodotus, die in zijn Historiën geschiedkundig onderzoek afwisselt met een persoonlijk verslag van zijn verre reizen. Heeft hij de plaatsen die hij beschrijft werkelijk bezocht? Waarschijnlijk niet allemaal. Toch wekt hij de indruk van wel. Hiervoor gebruikte hij onder andere de truc van de onnauwkeurigheid. Door niet te zeggen dat er ergens precies drieëndertig mannen stonden, maar eerder te spreken over ‘een man of dertig, vijfendertig’, komt hij betrouwbaar over. Zo niet exact zijn ooggetuigen immers! Heel slim.

Jumbo doet ook zoiets. Op zijn pak bitterkoekjes staat ‘circa 23 stuks’. Wat voor een historicus werkt, is niet per se succesvol in de supermarkt. Je vraagt je nu vooral af of de fabrikant wel weet hoeveel koekjes hij in zijn pakjes stopt. Doet hij er nu eens meer, dan weer minder in?

Fabrikanten zijn dol op percentages. Om aan te geven dat ergens minder van in zit: ‘Ribbelchips, met 55 procent minder vet’. Of juist meer: Douwe Egberts heeft koffie met ’40 procent meer aroma’ en Kneipp douchegel belooft ’25 procent meer genieten’. Maar meer of minder dan wat? Hoe meet je überhaupt het genietpercentage? En is dat wel voor iedere klant gelijk?

Het populairst op verpakkingen is de volle 100 procent. Glorix belooft ‘100 procent hygiëne’, Croky chips zijn ‘100 procent ok’ en Peijnenburg zero heeft 100 procent smaak. Nogal wiedes zou je zeggen. Probeer maar eens voedsel te maken met 75 procent smaak. Voor een kwart smaakt het helemaal nergens naar. Knap lastig.

Cheesepop, een wonderlijke gepofte kaassnack is ‘100 procent kaas, zonder toevoegingen’. Wat zijn de kleurstoffen E160b, E160a en het conserveermiddel E251 dan? Unox knaks is ‘bereid met 100 procent puur kwaliteitsvlees’. Klinkt goed, wat is het? 80 procent varkensvlees waarvan 33 procent separatorvlees. De één zijn kwaliteit, is de ander zijn rommel.

Triest is de Pritt-stift, die niet verder weet te komen dan ’90 procent natural ingredients’ en de belofte van Maandverband Always ultra is nietszeggend en enigszins zorgwekkend: ‘Up to 100 procent protection’. Dat kun je overal wel opzetten. Maar kom bij doorlekken niet klagen, want we hebben je gewaarschuwd!

Kent u die types die zich voor duizend procent zullen inzetten? Ik zou ze nooit inhuren. Ze zijn dom of ze denken dat ik dom ben. Op een etalage in de buurt staat ‘101 procent Xenos ‘. Nét dat procentje meer. Leuk geprobeerd, toch gefaald.

En dan de chocoladerepen van het (niet Australische) Australian. Die bevatten 110 procent cacao. Wat blijkt? In een verpakking zitten twee reepjes met beide een cacaopercentage van 55 procent. Die koekenbakkers hebben die percentages domweg bij elkaar opgeteld! Zijn zij nu zo dom of denken ze dat ik gek ben? En als je die repen nu doormidden breekt? Heb je dan opeens 220 procent cacao? Laat de NVWA daar eens naar kijken.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal