Journalisten hebben lange tenen

TeunColumns & verhalen

Wij van de pers hebben lange tenen. We nemen iedereen de maat, maar zelf blijven we het liefst buiten schot. Logisch ook, want wij zijn immers objectief, onfeilbaar. Een verzameling journalistieke pausjes.

Zou dat de reden zijn dat ik op mijn columns over mediazaken (voorheen op een wat moeilijker te vinden plek op zaterdag) zo veel meer reacties krijg dan op mijn stukjes over, wat ze noemen, groene onderwerpen die ik de vijf jaar hiervoor schreef? Of vindt u radio, televisie en de bladen werkelijk interessanter en belangrijker dan het milieu?

Dat moeten wij niet uitsluiten, tenslotte krijg ik ook reacties van lezers die niet bij de media werken, maar ik denk dat het toch ergens anders aan ligt. Aan die tenen van de vakbroeders dus (ik lijd zelfs overigens aan dezelfde kwaal), want de meeste reacties komen toch van radio- en televisiemakers. Die lezen immers alles wat er over hen wordt geschreven en schuwen vervolgens niet daarop stevig commentaar te leveren.

Laatst was er weer eentje: “Als ik jouw stukjes lees, denk ik altijd dat ik de Volkskrant te pakken heb. Zo negatief. Zo zuur.”

Alleen al omdat ik de Volkskrant een fijne krant vind waarvan de zuurgraad altijd enorm wordt overdreven, werp ik deze kritiek verre van mij. Maar misschien bewijst dat juist mijn eigen verzuring én mijn lange tenen.

Een andere televisiemaker verweet mij de vuile was buiten te hangen: “Je leeft van de publieke omroep dus het is niet gepast in je stukken op die omroep af te geven.”

Heldere standpunten, waarvan ik eerlijk gezegd een beetje treurig word. Het is niet mijn bedoeling zuur te zijn en af te geven op de publieke omroep. Ik ben ook programmamaker en verslaggever voor de televisie en houd enorm van de publieke omroep. Uit liefde schrijf ik op wat er volgens mij mis dreigt te gaan, of anders moet. Dat er wat mij betreft op Nederland 1, 2 en 3 echt publieke programma’s moeten worden uitgezonden bijvoorbeeld, dat Frans Bauer daarom moet opkrassen naar een commerciële zender, dat we zeker niet meer moeten bieden voor voetbalrechten dan wat ze waard zijn en dat kijkcijfers niet doorslaggevend mogen zijn voor de publieke zenders. Allemaal uit liefde.

Misschien ben ik een ouder wordende romanticus, die vroeger alles beter vond. Ik houd van voetbal op echt gras, scheidsrechters in zwarte pakken en cornervlaggen op een paaltje van hout. Ik houd ervan verrast te worden en dingen te leren. Ik houd van lange interviews met gasten van wie ik soms nog nooit heb gehoord, maar die iets vertellen wat ik nog niet wist.

Als de publieke omroep alleen maar mensen laat zien die we al kennen en ons laten horen wat we willen horen, verveel ik mij suf. Laat de gebaande paden maar aan de commerciëlen over. De publieke omroep moet onbekende wegen durven inslaan.