Misschien moeten we stoppen met ‘misschien wel’

TeunColumns & verhalen

Een gele dobbelsteen met een smiley en de tekst vielleicht

‘Misschien wel’ is misschien wel het vernuftigste stijltrucje dat er bestaat. Als ik het wel heb is dagblad Trouw er ooit mee begonnen, door zich in een reclamecampagne ‘misschien wel de beste krant van Nederland’ te noemen. En zo noemt de krant zich nog steeds.

Het is natuurlijk een malle slogan. Je maakt zelf een krant, het is (onderdeel van) je vak om zaken te beoordelen en het kaf van het koren te scheiden en toch weet je niet hoe goed je bent. Maar dan denk je verder. Komt het niet verdomde bescheiden en sympathiek over om je niet plompverloren de beste te noemen, maar daarover – lekker zelfkritisch – nog enige twijfel te laten bestaan?

Er spreekt ook een gezonde twijfel uit: uiteraard vinden we onszelf goed, maar er zou natuurlijk zomaar een betere krant in Nederland kunnen bestaan. Een fijne open houding. Niets is absoluut. Er is ruimte voor nuance. Dat is Trouw, geen opschepper, een wikker en een weger, maar ondertussen stiekem misschien wel de beste krant van Nederland. Het is ook een beetje laf. Het is een slogan met een slag om de arm: wij vinden onze de beste, maar pin ons er niet op vast.

Ik geef het eerlijk toe: Ik heb mij ook een paar keer bezondigd aan ‘misschien wel’. Het is lekker om te gebruiken. Als je ergens niet helemaal zeker van bent maar toch een ferme uitspraak wilt doen, dan zit je er altijd goed mee: ‘misschien wel de beste band ooit’, ‘misschien wel het beste restaurant van Amsterdam’, ‘misschien wel het gelukkigste land ter wereld’. Je hebt het gezegd, maar toch ook niet helemaal. Als iemand met een tegenwerping komt, dan kom je altijd goed weg.

Onlangs merkte ik dat het stijltrucje heeft schoolgemaakt. In een bus zag ik een advertentie voor een school die zich ‘misschien wel de beste school van Amsterdam’ noemt, en Albert Heijn zoekt medewerkers voor ‘misschien wel de belangrijkste baan van Nederland’: caissières en vakkenvullers. Op het hoofdkantoor in Zaandam waren ze er niet helemaal uit: caissières zijn natuurlijk best belangrijk (opeens komt de dramatische slogan ‘Europa, best belangrijk’ naar boven), maar zijn ze ook belangrijker dan artsen, leerkrachten, verpleegkundigen en de minister-president? Zelfs belangrijker dan de bazen van Albert Heijn en Ahold?

Als dat laatste het geval is, dan zou een volwassen medewerker achter de kassa een paar ton per jaar moeten verdienen, en niet de €172,32 bruto per week die hij nu krijgt bij een maximale werkweek van twaalf uur. De belangrijkste baan binnen een bedrijf verdient immers de beste beloning. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Ook hier biedt ‘misschien wel’ uitkomst.

Toch is voorzichtigheid geboden. Iedere keer als Trouw een missertje of misser maakt, wordt de krant onmiddellijk smalend met zijn slogan om de oren geslagen. Verzonnen verhalen van Trouw-journalist Perdiep Ramesar over een vermeende sharia-driehoek in Den Haag? Tsja, misschien wel de beste krant van Nederland, Het stuk waarin Jelle Brandt Corstius schreef dat hij was misbruikt zomaar op de voorpagina plaatsen? Misschien toch niet de beste krant van Nederland. Misschien moeten we wel stoppen met misschien wel.

Afbeelding: Alexa via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal