Prinsjesdag staat bij ons hollefrasenwatchers ook wel bekend als het hollefrasenfestival. Nooit worden er meer loze kreten geslaakt dan op de derde dinsdag van september. Dan hakkelt een slecht acteur een slecht geschreven tekst vol gebakken lucht voor aan de leden van de Staten Generaal.
Hier, maar dit terzijde, zie je meteen het nadeel van de monarchie: na generaties voordrachtkunstenaars kun je opeens opgezadeld zitten met een monarch die geen twee zinnen vlot achter elkaar kan uitspreken. Ben je mooi klaar mee als volk, want zo’n Willem gaat nog wel een paar jaartjes mee.
Hoe heerlijk zou het zijn als bijvoorbeeld Adriaan van Dis de troonrede zou voorlezen. Door zijn stem, intonatie en timbre zouden we in vervoering naar de voornemens van het kabinet luisteren. Het mooist zou het zijn als hij ook meteen de tekst voor zijn rekening zou nemen. Dat de ministers, zoals bij de Sinterklaasdichter in de Bijenkorf, hun plannen aan hem doorgeven en hij er een soepel lopend verhaal van maakt. Want zelfs een grootheid als Van Dis zou er enige moeite mee kunnen hebben een zin als deze lekker te laten klinken: ‘Hierdoor, en door de beschikbare loonruimte in de private en publieke sector, wordt koopkrachtverbetering mogelijk voor alle werknemenden.’
Het hollefrasenfestival biedt een gevarieerd programma: van het gebabbel over de kleren van de koningin en de hoedjes, de analyses van Frits en Ferry (of wie daar nu ook zit) en de voorspelbare reacties van de oppositieleiders. Voor alle onderdelen geldt een 100-procent-hollefrasengarantie. Het hoogtepunt vormt de Troonrede zelf.
Neem een prachtige zin als: ‘Nu de economie aantrekt (…) kan het vertrouwen terugkeren dat ook toekomstige generaties het beter krijgen.’ Ziet u de nietszeggende slagen om de arm?! Je zou zeggen dat het kabinet ernaar streeft dat toekomstige generaties het beter krijgen. Maar dat streven heeft het al laten varen. Als het vertróúwen dat die generaties het beter krijgen terugkeert, is het al mooi genoeg.
Zoals bij alle marketing gaat het niet om de feiten, maar om de beleving van de feiten. Maar deze regering wil zelfs niet garanderen dat dat vertrouwen terugkeert. Verder dan ‘het kan’, komt ze niet. Het kan, maar het kan ook niet. Zeg dan niks.
Het meest genoot ik dit jaar van de ‘scherpe keuzes’. Kent u die vergaderingen waarin lang gezocht wordt naar een goed idee of een oplossing van een probleem? Mensen kijken naar hun schoenen of staren uit het raam, bang om iets te zeggen. Uiteindelijk roept iemand dat ‘we er nog maar eens goed over moeten nadenken’. Vervolgens knikt iedereen opgelucht en roept dat dat een uitstekend idee is. Niemand weet waar het heen moet, maar iedereen is blij met de tijdelijke uitweg uit de impasse.
De passage over de vluchtelingen die naar Europa komen is precies zo: ‘Dit vraagt om scherpe keuzes. (…) Er is een integrale aanpak nodig die rekening houdt met alle relevante factoren.’ Dank je de koekoek, PvdA- en VVD-ministers. Maar welke scherpe keuzes willen jullie nu eigenlijk maken? Dát willen we horen. Ik vrees dat jullie het zelf ook niet weten.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal