Rutte, Buma, Pechtold en Klaver zijn verstandige mannen en ze kunnen het vast zonder mij, maar toch denk ik dat mijn lunchexegese nét het laatste zetje zou kunnen geven voor een succesvolle formatie. Er zijn weinig plaatsen in Nederland waar ik niet heb geluncht. Als razende reporter reis ik vrijwel dagelijks van Roermond naar Loppersum, van Roden naar Hengelo en van Haarlem naar Nijmegen. En tussen het werken door moet je toch iets eten, nietwaar? De verschillen tussen de etablissementen zijn enorm. En die (cultuur)verschillen weerspiegelen precies waar het spaak loopt tussen bovengenoemde heren.
Allereerst de hipsterbars. De GroenLinks/D66-hang-outs. De bediening is er over het algemeen niet geïnteresseerd in de klant. Waarom zou je, als je zelf veel interessanter bent? Elke keer als er weer zo’n bar uit de grond wordt gestampt, heeft die een concept – ze hebben allemaal een concept – dat de uitdrukking is van de allerindividueelste expressie van een frisse horecaondernemer, die toevalligerwijs precies dezelfde allerindividueelste expressie is als die van al die andere cafés in de voormalige volkswijk die in rap tempo het domein is geworden van de baardige laptopklasse: betonnen vloeren, een hoekje met rotanstoelen, een paar aparte biertjes op de tap en voorheen kip, burgers en pulled pork, maar nu van die gekke kleine broodjes (sliders), met buikspek of een miniburgertje erop, waarvoor je toch de hoofdprijs betaalt. Maar de bediening is niet alleen maar onvriendelijk. Als je eenmaal door het pantser van verwaande afstandelijkheid heen bent gebroken, is ze ook heel behulpzaam: mag ik een sojalatte met arabicakoffie en een zoetje, kan alles wat op dat broodje zit ook op een salade? Zonder een krimp te geven wordt het verzoek ingewilligd.
Verderop in de straat zitten de laatste oorspronkelijke bewoners van de volkswijk in PVV-café Het Snorretje en SP-bar Admiraaltje zich op te winden over al die hipsterflauwekul. En over het Turkse Denk-theehuis. Ook daar zien ze de ontwikkeling van hun buurt met lede ogen aan. Alles lijkt te gebeuren zonder dat zij er een stem in hebben.
En dan de CDA/VVD-cafeetjes in de kleine dorpjes op het platteland. In de eenvoudig ingerichte zaakjes met houten of plastic tafeltjes en kleedjes geen koffie met latte art, noch Vietnamese buns, maar gewone koffie, cappuccino ook nog wel, uitsmijters, tosti’s en twaalfuurtjes. Prima kost. Maar waar de hipsterober flexibel is, is zijn dorpse collega dat niet. Tafels aan elkaar schuiven? Liever niet. Tosti kaas-tomaat in plaats van ham-kaas? Daar kan de kok echt niet aan beginnen! Typisch gevalletje van: Normaal. Doen.
We lijken ons terug te trekken in ons eigen wereldje. Cafés zijn reallife filterbubbels. Toch is er een plek waar iedereen elkaar ontmoet, waar het eten prima is en de bediening aan alle buitenissige culinaire wensen tegemoetkomt: het benzinestation. Daar serveren ze allang geen eeuwig houdbare kleffe broodjes uit de koeling meer, maar ter plekke belegde stokbroodjes met kaas, gehaktbal en eiersalade. De prijzen zijn schappelijk, de bediening vriendelijk en de kwaliteit beter dan in menig dorpscafé of hipsterbar. Dáár vindt het verdeelde Nederlandse volk elkaar. Maak een kabinet voor alle Nederlanders. Het kan.
Afbeelding: PublicDomainPictures via Pixabay
Deel dit verhaal