Hogeropgeleiden weten natuurlijk precies wat het volk nodig heeft

TeunColumns & verhalen

zakenman pak

O zoete ironie! In NRC Handelsblad las ik de volgende heerlijke zin: ‘Een denktank van prominenten uit het bedrijfsleven en de publieke sector spreekt in een nieuw rapport grote zorgen uit over de groeiende ‘horizontale verzuiling’: het verschijnsel dat hoger- en lageropgeleiden nauwelijks in aanraking komen met elkaar.’

Deze column is via Blendle ook te beluisteren:

Pijnlijk

Stelt u het zich even voor. Een groepje toplieden uit het bedrijfsleven, onder wie Hans Wijers van ING en een paar hoge ambtenaren, ongetwijfeld allemaal hoogopgeleid, komen bij elkaar om met elkaar te praten, sorry: te denken over het probleem dat hoger- en lageropgeleiden elkaar nauwelijks ontmoeten.

En niemand die eraan heeft gedacht om een paar van die laagopgeleiden mee te laten praten, laat staan dénken in die denktank! Als de hoogopgeleide mannen en vrouwen (vooral mannen) van de denktank er nog een grappende opmerking over hadden gemaakt in de trant van ‘dit is precies het probleem’ en er een guitig, hoogopgeleid ‘quod erat demonstrandum’ tegenaan hadden gegooid, dan was de zaak nog net dragelijk geweest. Nu is het vooral pijnlijk.

‘Hoogopgeleiden hebben niks te winnen bij contact met die stakkers’

Het praat en denkt natuurlijk ook helemaal niet zo lekker met mensen die heel anders praten en denken. Dan moet je je opeens in hun belevingswereld inleven en je aan hun manier van redeneren aanpassen. Als het even tegenzit, moet je als ceo of topambtenaar voortdurend van alles uitleggen aan die lageropgeleiden. Dat houdt de boel maar op. Met de old boys en een paar girls onder elkaar gaat het nu eenmaal veel sneller. Gewoon, tak, tak, tak, weet je? Niet lullen, maar decisions maken. Je mag het niet zeggen, maar als je dingen wilt oplossen, dan heeft die horizontale verzuiling zo zijn voordelen.

Het wordt helemaal grappig als de prominenten concluderen wie er nu het meest last hebben van de horizontale verzuiling. Zijzelf? Nee joh, zij denktanken ook zonder laagopgeleiden wel lekker een eind weg. Je moet niet denken dat hoogopgeleiden iets te winnen hebben bij contact met die stakkers.

De laagopgeleiden als grootste slachtoffers

De grootste slachtoffers zijn uiteraard de laagopgeleiden. Dat hebben de prominenten hen niet gevraagd, dat weten ze gewoon: ‘Laagopgeleiden zouden veel kunnen hebben aan de connecties van hogeropgeleide buurtgenoten voor bijvoorbeeld het krijgen van banen of het uitoefenen van invloed op de politiek. Dat ze dat niet kunnen, versterkt hun gevoel dat ze de grip verliezen op hun eigen leven.’ Joehoe, denktank, lees dit nog eens na en kijk naar je eigen.

‘Een vrijmibo noem je een denktank’

Wat ook fijn is als je hoogopgeleid bent, is dat je over het vocabulaire beschikt om gebakken lucht te verkopen als uitermate waardevol. Een verzameling gemeenplaatsen noem je een rapport en een vrijmibo noem je een denktank. Het zal ongeveer zo zijn gegaan: op de wekelijkse borrel in De Industrieele Groote Club keek iemand om zich heen en riep opeens: ‘ Zeg Hans, ken jij eigenlijk laagopgeleiden?’ ‘Nee, verdomd. Jij?’

De vraag gaat de kring rond en iedereen concludeert de Gewone Man niet te kennen: ‘Dat is toch wat!’ ‘Nou ja, voor mij maakt het niks uit, ik oefen zo ook wel invloed uit op de politiek, maar voor hen moet het verdomd lastig zijn om het zonder ons te moeten stellen.’ De bitterballende elite raakt enthousiast: ‘Dit moeten we opschrijven!’ ‘Ik heb nog wel een stagiair die hierover een rapportje kan tikken.’ ‘Iemand nog een glaasje?’

 

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal