Zijn wijzelf inmiddels zelf plofkippen geworden, die door onze pootjes zakken als we maximaal zijn uitgedijd om uiteindelijk te sterven als we minder opleveren dan we kosten? Dergelijke dramatische vragen dringen zich op na het lezen van een artikel op de voedselwebsite Foodlog over Soylent, een bedrijf dat ‘drinkbare, complete maaltijdvervanger voor ict’ers en andere professionals maakt, die het te druk hebben om fatsoenlijk te eten’.
Je maaltijd uit een tube in je mond spuiten en door!
Wat een armoede. Dat je zolang naar je beeldscherm moet staren, dat je niet een half uurtje (voedselprofessor Jaap Seidell adviseert minstens een uur lunchpauze) de benen kunt strekken om daarna in alle rust te genieten van een eenvoudige doch voedzame lunch. Nee, tussen de aanslagen op het toetsenbord een uitgebalanceerde maaltijd uit een tube in je mond spuiten en door!
Op een krantenredactie zag ik iets vergelijkbaars. De avonddienst had eten besteld – geen ruimtevoer, maar pizza’s, nasi en patat – en at dat al tikkend achter het bureau op. Geen moment verlieten de blikken van de journalisten hun beeldscherm. Werktuiglijk werden de vette happen naar binnen geschoven. Reuze ongezellig. Toen iedereen zijn deadline had gehaald en de krant was gezakt, kwam het bier op tafel. Het werk zat erop, de roes kon beginnen. De verslaggevers zagen er ongezond uit.
‘Als ik even ga plassen, dan ziet mijn baas dat al.’
Onderweg zie je het ook. In de trein zitten mensen ’s ochtends hun thuis geprepareerde yoghurt met muesli te eten. Ze toveren bakken met ingewikkelde couscoussalades tevoorschijn en bijten in koeken. Later vult de coupé zich met de walm van hamburgers en patat. Bij de benzinepomp proppen mensen zich vol met broodjes bal om daarna nog snel even de koffiedeal mee te pikken. Alles moet snel, snel, snel. Tijd kost geld en de baas heeft geen geduld. Dat eten moet zo efficiënt mogelijk.
Een vrachtautochauffeur vertelde mij laatst over het trackingsysteem waarmee de camions tegenwoordig zijn uitgerust: ‘Als ik even ga plassen, dan ziet mijn baas dat al. Dan wordt er al gebeld dat ik wel moet doorrijden’. De meeste truckchauffeurs zijn gelukkig getraind om hun plas lang op te kunnen houden.
We jakkeren maar door, staan stijf van de stress…
Als ik onderweg ben van de ene interviewafspraak naar de andere, heb ik ook vaak te weinig tijd voor een fatsoenlijke lunch. Een broodje in de auto en racen maar. Waarom laten we ons zo opjutten? We jakkeren maar door, staan stijf van de stress, ontbijten niet, lunchen nauwelijks en besteden ’s avonds veel te weinig tijd in de keuken.
Intussen hebben we voortdurend een knagende eetlust, die ook nog eens wordt aangewakkerd door de alomtegenwoordige reclame voor ongezonde snacks. Dat hongergevoel bevredigen we met het achteloos naar binnen werken van suiker en vet, waardoor we almaar dikker en ongezonder worden. Als we dan ook nog naar al die perfecte lijven kijken op Instagram, dan worden we doodongelukkig.
Leef als een Tukker, dan wordt alles mooier.
Dit moet anders. Ik ben nu een weekje in het prachtige en rustige Twente, de mooiste streek van Nederland. Zelf zeggen de Tukkers dat ze hier minder gejaagd zijn, minder belang hechten aan schone schijn en een hogere kwaliteit van leven hebben. Ik geloof ze. Denk daar eens aan, als je in de file je couscousbakje uitlepelt. Leef als een Tukker, dan wordt alles mooier.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.