In zowat alle Nederlandse kranten en televisieprogramma’s waren ze het erover eens: onze pulskorvissers zijn genaaid. En niet zo’n beetje ook. Terwijl hun manier van vissen – de dieren met stroomstootjes in de netten lokken – overduidelijk het meest duurzaam was, moesten ze daar door de lobby van de achterbakse Fransen mee stoppen.
Het was allemaal enorm kinderachtig en kleinzielig: omdat de Fransen geen geld van Europa hadden gekregen om hun piepende en krakende vissersvloot te moderniseren, hadden zij het Europees Parlement opgehitst om de pulskorvisserij te verbieden.
Talloze eerlijke Nederlandse vissermannen zitten straks zonder baan. Sommige van hen hebben zelfs al zo veel geld geïnvesteerd in dure apparatuur, dat zij als gevolg van het verbod straks volledig aan de grond zitten. Al met al een duidelijk verhaal: Europa, met de Fransen voorop, fout, de Nederlanders onschuldig slachtoffer.
Uit een uitstekend onderzoek van de NOS blijkt dat de rol van Nederland in dit verhaal toch wat minder fraai is. Sinds 2010 heeft ons land tientallen vergunningen voor pulskorvisserij verkregen onder valse voorwendselen.
Om meer schepen met puls te kunnen laten vissen dan eigenlijk van Europa mocht, bedacht toenmalig staatssecretaris Henk Bleker – een man die onlangs bij Jinek nog de loftrompet stak over Silvio Berlusconi – een list: door Europa te bezweren dat het hier ‘uitsluitend wetenschappelijk onderzoek’ betrof, kon hij voor twintig extra schepen een vergunning regelen. Zijn opvolger, Sharon Dijksma deed het in 2014 nog eens dunnetjes over: zij vroeg nog 42 vergunningen aan, uiteraard ook voor de wetenschap.
U raadt het al: van dat wetenschappelijk onderzoek kwam helemaal niks terecht. Veel vissers wisten jarenlang te varen en te vissen zonder ooit een wetenschapper aan boord te zien. En pas sinds januari 2017 – dus zeven jaar na de eerste vergunningaanvraag – hebben alle schepen een computer aan boord om de voor het wetenschappelijk onderzoek benodigde data bij te houden.
Intussen werd er met die schepen wel lustig op los gevist. Puur voor commerciële doeleinden dus. Precies zoals de Japanners het verbod op illegale walvisvaart wisten te omzeilen. Onder het mom van wetenschappelijk onderzoek harpoeneerden zij de ene na de andere walvis. Net als bij hen ging het bij ons nooit om de wetenschap.
Waarom heb je überhaupt zo veel schepen nodig voor dergelijk onderzoek? Pulsvisonderzoeker Rijnsdorp zegt het in het NOS-verhaal zo: ‘Het onderzoek is altijd volgend geweest op het aantal schepen dat op zee zat. We hebben ons onderzoek daar altijd aan aangepast.’
En nu hebben ze er in Europa genoeg van. Nadat Nederland het antwoord op een aantal vragen over het wetenschappelijk onderzoek schuldig moest blijven, is het geloof weg dat het ons überhaupt om wetenschap te doen was. Minister Schouten betreurt dat het zover is gekomen: de stemming kwam te vroeg, het onderzoek is eenvoudigweg nog niet af.
Het is allemaal ontzettend zonde. Volgens veel experts is pulskorvissen wel degelijk beter dan andere methodes. De bodem wordt er minder door omgewoeld en het brandstofgebruik ligt aanmerkelijk lager. Pulskorvissen lijkt dus efficiënter en duurzamer. Door gekonkel en gestuntel van onze eigen bewindslieden wordt deze vorm van visserij nu de nek omgedraaid. Daar hebben we de Fransen helemaal niet voor nodig.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal