Op weg naar de supermarkt moet ik mij geregeld door een kluwen straatverkopers wringen. Sommigen staan bij de ingang om de één na de ander hun kennelijk weinig gewenste producten bij mij onder de neus te duwen, anderen pakken het (iets) subtieler aan. Ze zien mij van de andere kant van het pleintje naderen, beginnen op het juiste moment zelf ook te lopen en komen na een paar passen quasi-toevallig net voor mijn voeten uit.
Vrolijk en altijd zo hard dat de omgeving mee kan genieten, de schaamte bij het slachtoffer verhoogt de kansen op succes, beginnen ze met hun verleidingsact: ‘Hallo meneer!’ Omdat ik de verkopers zelf ook al had gadegeslagen toen ik het pleintje betrad en zigzaggend overstak om ze te vermijden, kan ik mijn irritatie over deze ongevraagde colportage nauwelijks bedwingen. Hoe slecht gaat het met kranten en energieleveranciers?
De verkoper van de Daklozenkrant stelt zich bescheidener op. Hij staat glimlachend bij de deur van de winkel, mompelt soms ‘Daklozenkrantje, meneer?’, maar meestal wacht hij zwijgend tot de klanten naar hem toe komen. Zo niet zijn collega’s van de Mainstream Media: ‘Gratis krantje, meneer?’ Tientallen keren heb ik die vraag gehoord. En sinds de eerste keer wist ik dat er een addertje onder het gras zat. Er bestaat niet zoiets als een gratis krantje. Zodra je toehapt, gaan ze proberen je een proefabonnement in de maag te splitsen of op zijn minst je naam te noteren, zodat je tot in lengte van dagen bestookt wordt met ongewenste aanbiedingen.
Ik wil dat allemaal niet, maar ik wil wel dat gratis krantje dat ze mij immers hebben beloofd: ‘Ik wil die krant alleen als je er verder niets bij vertelt.’ De jongen steekt met een grote glimlach de krant uit – geen enkele uitdaging is hem te veel – en als ik hem wil aannemen, houdt hij hem nog even vast en begint te ratelen: ‘Lees je deze krant wel eens? Hoe vaak? Weet je niet dat het dan veel voordeliger is een abonnement te nemen?’ De jongen probeert mij murw te beuken. Nog net weet ik er ‘je zei net dat ik er geen verhaal bij zou krijgen’ uit te persen. Ik krijg de krant. Ik ben kapot.
Mag je leugens met leugens beantwoorden? Vrienden roepen altijd ‘Ik heb hem al!’ als ze belaagd worden door een straatverkoper. Het is niet waar, maar wel effectief. Nog fijner zou het zijn de confrontatie helemaal te vermijden. Dat kan nu. Knip de onderstaande tekst uit, plak hem op een kartonnetje en bevestig dat op uw jas. Succes verzekerd!
Afbeelding: congerdesign via Pixabay
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal