Politici zijn wonderlijke snuiters. Doorgaans zijn ze aan hun politieke loopbaan begonnen omdat ze iets willen veranderen in hun dorp, stad, land of zelfs de wereld. Op een dag worden ze wakker, slaan de ochtendkrant open, branden zich ook nog aan de thee die hun man of vrouw weer eens te heet heeft geserveerd, lezen iets wat hen niet zint en vloeken het dan uit: Grrtver, zo kan het niet langer! Hier moet iets aan gebeuren!” Ze gaan er werk van maken. Via de lokale afdeling van de partij, veel folderen en veel vergaderingen in zaaltjes die alleen spreekwoordelijk nog rokerig zijn komen ze eindelijk op de plek waar ze een verschil kunnen gaan maken. Dat wat ze in de krant hebben gelezen, kunnen ze gaan aanpakken. Maar nu komt het: de meeste politici doen dat helemaal niet.
Huh?, zegt u. Waarom dan niet? En terwijl ik u dat “huh?” nazeg, want het blijft gek, leg ik het u toch even uit. Er zijn twee belangrijke redenen. Ten eerste kan de kersverse politicus het probleem uit de krant wel reuze belangrijk vinden, als de partij er, inmiddels, anders over blijkt te denken, of de fractie, of de coalitiepartner waarmee over dit onderwerp in het regeerakkoord een afspraak is gemaakt, dan kan de kersverse politicus fluiten naar zijn principes. Hup, de partijlijn volgen jij!
De andere reden is de kiezer. De politicus is als de dood voor de kiezer. Dat kun je goed zien aan partijen die verkiezingen hebben verloren. Wat beloven die altijd te zullen gaan doen? Juist, luisteren! Niet met een bevlogen verhaal de kiezer proberen te winnen voor jouw verhaal, nee uitvinden wat die kíezer wil en dat verkopen! Alsof het broodjes zijn.
Daarom horen we zelden wat politici nu eigenlijk écht willen met hun dorp, stad, land of zelfs de wereld. Ze bedrijven opiniepeiling-journalistiek. Wat een politicus écht belangrijk vindt, hoor je pas na zijn politieke loopbaan, als ze er veel minder invloed meer op hebben: Lubbers bleek begaan met vluchtelingen, Van Agt met Palestijnen en Wim Kok met zijn eigen portemonnee. En dan hadden we nog Al Gore, die ons als cineast ging waarschuwen voor het klimaatprobleem, waaraan hij als vice-president veel meer had kunnen doen.
En dan nu Obama. Met die ziektekostenverzekering heeft hij echt zijn nek uitgestoken. Maar het milieu? In 2009 was ik aanwezig op de Klimaattop in Kopenhagen. Obama was daar op een gegeven moment ook. Na zijn speech wist iedereen dat de conferentie mislukt was. Amerika ging zich niet inspannen. Het milieu had weinig aan Obama. Actief klimaatbeleid was wellicht electorale zelfmoord geweest.
Maar nu lijkt – líjkt- alles anders. Obama is aan het eind van zijn tweede termijn en dan heeft zo’ n president zijn handen vrij. Plots presenteerde hij zijn Clean Power Plan. Daarin staat dat de co2 uitstoot met ruim 30 % omlaag moet. Een forse ingreep. Helaas minder fors dan ik in eerste instantie dacht, begreep ik van een klimaatexpert uit, die hier twee weken geleden aan het woord was. Die 30 % is ten opzichte van 2005, het absolute piekjaar van de CO2- uitstoot ,dus dat is makkelijk en bovendien gaat het alleen maar om de elektriciteitssector en niet om de totale CO2- uitstoot. In Europa doen we veel meer. Als we de plannen van Obama volgen, aldus de deskundige, zal de temperatuur op aarde niet met 2 graden stijgen, maar misschien wel met 3. Het lijkt mooi, maar het is niet genoeg.
Maar dat is niet alles. Nu gaat Shell ook nog boren op de Noordpool. Met toestemming van Obama. Dit is een uiterst gevaarlijke operatie die daar voor grote ongelukken kan zorgen. Bovendien wordt de honger naar fossiele brandstoffen zo alleen maar aangewakkerd. Obama heeft mooie praatjes over de opwarming van de aarde, maar hij is niet de president die het probleem zal aanpakken.
Overigens heeft Hillary Clinton gezegd tegen de boring op de Noordpool te zijn. Niet na haar presidentschap, niet tijdens, maar ervoor. Revolutionair. Nu nog die vermaledijde kiezers weten te overtuigen.
Deze column las Teun op 23 augustus 2015 voor in het radioprogramma Vroege Vogels.
Wil je Teun deze column hóren voorlezen? Dat kan, hier, op de website van Vroege Vogels.
Afbeelding: Manfred Richter via Pixabay