Nu was het menens. Dit soort kwalijke praktijken vind je niet alleen in louche landen als Italië of in Oost-Europa. Herinnert u zich de knipogende speler van Dinamo Zagreb nog, die zijn geluk over het gestuntel van zijn ploeg niet op kon? Ajax werd erdoor uit de Champions League geknikkerd.
Nu was het ook in het keurig nette Nederland gebeurd. We hadden het niet willen weten en niet willen zien. Kennelijk hadden we al die tijd naar een sprookje gekeken.
Maar waarom was iedereen zo verbaasd? We wisten toch al lang dat list en bedrog de sport regeren? Zodra het om geld en macht gaat, is fraude nooit ver weg. We hadden het al bij wielrennen gezien – ja, maar dat is anders, want dat is een intrinsiek foute sport, lijkt men te denken – maar ook bij atletiek, schaatsen en zwemmen. En zelfs over tennis hoor je soms vreemde verhalen. Spelers van absolute wereldklasse zouden bij fameuze dopingartsen in het klantenbestand staan.
En dan is er voetbal. Een sport die het van techniek en tactiek moet hebben. Te weinig fysiek om spelers baat te laten hebben van doping, heet het dan.
Flauwekul natuurlijk. Dat een gedrogeerd Juventus in 1996 de Champions League won, is bekend. Ook werden onze eigen Frank de Boer, Edgar Davids en Jaap Stam op het gebruik van nandrolon betrapt. Maar dat zou aan een probleempje met voedingssupplementen kunnen liggen. Kan natuurlijk. En weet u nog hoe een paar jaar geleden die Duitse teams zo oppermachtig werden? Was het niet bewonderenswaardig dat die jongens maar bleven gaan? De backs stoomden de hele wedstrijd op. Twee paar longen en betere trainingsmethoden, was de algemeen aanvaarde verklaring. Maar is wel eens onderzocht wat ze daar in de thee deden?
Nu heeft matchfixing dus ons land aangedaan. Het sprookje is kapot, maar het sprookje gaat niet kapot. Omdat wij in het sprookje willen geloven.
Sport is religie, met een wekelijkse eredienst, vaste rituelen en geweld tegen mensen die een andere god aanbidden. En met verhalen die vaak te mooi zijn om waar te zijn. Wielerliefhebbers verdedigen vals spel met de redenering dat hun sport net het echte leven is, maar dat is onzin. Juist in het bovenmenselijke, het goddelijke van de renner, schuilt de aantrekkingskracht. En als daar wat trucjes aan te pas moeten komen, zoals een priester met water en wijn rommelt, moet het maar. Van diepreligieuze types heb ik het wel eens zo gehoord: het valt rationeel niet te verklaren en juist dáárom geloof ik. Net sport.
Deel dit verhaal