Een paar weken geleden ontving ik thuis een keukenmachine die ik via het internet had besteld. Al bij het eerste gebruik bleek er iets kapot aan de handmixer. De garde bleef niet vast in het apparaat zitten. Ik vroeg de klantenservice om een nieuwe klopper, maar het ging anders. Het bedrijf stuurde mij een heel nieuwe keukenmachine en de postbode nam mijn apparaat met kapot onderdeel weer mee.
Dat het nog gekker kan, bewijst het verhaal van Rocco Mooij op Twitter. Zijn vriendin had een bank gekocht bij Wehkamp waarvan de pootjes bleken te ontbreken. Uiteraard vroeg zij het postorderbedrijf de pootjes na te sturen, maar dat kon niet. Ze kreeg na twee weken zeuren – aldus Rocco – een nieuwe bank thuisgestuurd. Met pootjes. Nu moest ze die pootjes daarvan afschroeven, aan de oude bank bevestigen en de nieuwe bank weer terugsturen. Ze had natuurlijk ook de hele oude bank kunnen terugsturen, maar soit, het blijft omslachtig.
Kafka goes online! Mijn vriendin heeft n bank gekocht bij @wehkamp maar er ontbreken 4 pootjes. Na twee weken zeuren krijgt ze nu geen nieuwe pootjes maar een NIEUWE BANK waar ze de pootjes af moet halen. Vervolgens moet ze die bank minus pootjes retour sturen. Huh?
— Rocco Mooij (@Moyo29) 3 februari 2018
Zo’n twintig jaar geleden deed een belegen mopje de ronde om te zeggen dat iemand rijk was: ‘Zodra zijn asbak vol zit, koopt hij een nieuwe auto.’ Hoe gedateerd! Niet alleen rookt vrijwel niemand meer in de auto, maar bovendien is deze situatie inmiddels gemeengoed geworden. We doen voortdurend auto’s weg als de asbak vol zit. Of in ieder geval als er een auto uitkomt met een asbak met meer specs.
We houden van spullen. Al die fonkelende apparaatjes met ronde hoeken van staal of titanium waar glas naadloos omheen is gevouwen zijn begeerlijk. Totdat we ze hebben, ontdekken dat die toestellen ook maar gebruiksvoorwerpen zijn die vrijwel hetzelfde doen als de exemplaren die we ervoor hadden, en we verveeld raken. Net op het hoogtepunt van de verveling komt er een nieuw toestel op de markt dat nóg meer fonkelt, nóg meer hightech is (Nasa-technologie!) en ons andermaal het paradijs op aarde belooft. Hiermee worden we eindelijk gelukkig! Met een abonnement kunnen we het praktisch gratis krijgen (dit is natuurlijk niet zo) en hop: het oude toestel waarvan we ooit totale levensvreugde verwachtten, kan bij het grofvuil. Deze spullencyclus zal zich herhalen totdat alle grondstoffen op zijn.
Al die mooie spullen zijn ons uiteindelijk dus niks waard. Ze voorzien in een korte fix en dan zijn we er al weer op uitgekeken. Na de high volgt de ontgoocheling. Voor de handel en de fabrieken zijn die spullen kennelijk ook waardeloos: deugt er iets niet aan, dan krijg je direct een nagelnieuwe. Dat is makkelijker en goedkoper dan repareren of een ontbrekend onderdeel alsnog leveren. Zoiets vergt maatwerk en daarvan raakt de logistiek in de war. Doos leveren – doos ophalen – nieuwe doos leveren. Als dat systeem eenmaal loopt is er niks makkelijkers. Niet aan tornen. U wilt uw handmixertje of bankpootjes? Computer says no.
Geregeld krijg ik barsten in mijn telefoonscherm. Af en toe laat ik ze repareren in een sympathiek winkeltje. Die reparaties bij elkaar kosten meer dan een nieuw toestel. Jammer dan. Ik heb besloten er niet meer aan mee te doen. Zolang het toestel werkt, houd ik het. Of ik moet opeens toch verleid worden door een apparaat met de allernieuwste en geilste ruimtevaarttechnieken.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal