Tony’s Chocolonely bestaat binnenkort tien jaar. U weet wel, het merk van die grote, dikke slaafvrije chocoladereep waarvan de melkvariant in een rode wikkel zit en de pure in een blauwe. Zelf, dat is misschien wel goed om te vermelden, was ik nauw bij de geboorte van die reep betrokken. Hij draagt mijn naam als het ware: Tony is Engels voor Teun. Daarom gaat het mij ook aan het hart hoe het dit merk vergaat.
De reep had flinke pretenties. Hij zou met zijn rode kleur – die was er eerst – als aanklacht dienen tegen al die andere repen die wél gebruikmaakten van slavernij, en uiteindelijk de hele cacaowereld slaafvrij maken.
Toe maar, hoor ik u denken en dat denkt u juist. Er zijn nu zelfs meer slaven in de cacaowereld dan toen wij met Tony’ begonnen. De boze buitenwereld is nu eenmaal weerbarstig. De binnenwereld is makkelijker op orde te krijgen. Tony’s zelf zal toch wel helemaal zuiver op de graat zijn? Het verloop van de slogans die in de loop der jaren op de reep hebben gestaan, wekken niet direct vertrouwen. Aanvankelijk stond er ‘100% slaafvrij’ op. Dat klonk goed. Maar toen bleek dat de door Max Havelaar afgegeven geenslaafgarantie weinig waard was, vervingen we die door ‘Op weg naar 100% slaafvrij’. Hoe lang kun je op weg zijn? Kort, zou je hopen.
Inmiddels – ik heb al vele jaren geen bemoeienis meer met Tony’s – is de slogan weer veranderd. Nu is het ‘Samen maken we chocolade 100% slaafvrij’. Wat betekent dat? Wie zijn die ‘we’ en ‘samen’? Het ruikt een beetje naar CDA. Waarom gaat het niet meer over de eigen reep – is die inmiddels slaafvrij? – maar over chocolade in het algemeen?
Arjen Boekhold van Tony’s Chocolonely: ‘Die slogan wil zeggen dat we moeten samenwerken. We zijn honderd procent verantwoordelijk voor onze eigen impact, maar alleen samen maken we de hele industrie slaafvrij.’
Is het slaafvrij maken van de éígen reep ooit gelukt?
‘Dat is nooit gegarandeerd gelukt. Maar nu we groot genoeg zijn, kunnen we stappen zetten.’
De garantie dat jullie eigen reep slaafvrij is, kun je nog steeds niet geven?
‘Uhm… niet honderd procent. We zijn niet elke dag bij de cacaoboeren. Maar de boeren die cacao leveren voor de cacaomassa zijn het afgelopen jaar allemaal bezocht en daar is geen dwangarbeid aangetroffen.’
En de cacaoboter?
‘Daarvan weten we niet waar die vandaan komt.’
Dat is ruim de helft.
‘Ja, van de cacaobonen die we voor onze chocolade nodig hebben.’
Van ruim de helft van de cacaobonen in jullie chocolade weet je niet of die slaafvrij is, maar toch zetten jullie een vermanende boodschap voor de hele chocolade-industrie op de verpakking.
‘Dat is niet vermanend bedoeld, maar motiverend.’
Wanneer is Tony’s ‘100% slaafvrij’?
‘Zodra wij precies weten welke boeren voor onze repen de bonen leveren en we hen ook boven de armoedegrens kunnen krijgen.’
Wanneer is dat?
‘Hoe eerder hoe beter.’
Wanneer weten jullie ook voor de andere helft van de cacaobonen dat ze slaafvrij zijn?
‘Wanneer de cacaoboter traceerbaar is?… Begin 2017.’
Dan is de reep gegarandeerd slaafvrij?
‘Dan is hij gegarandeerd zonder dwangarbeid, maar bij sommige boeren helaas nog wel met illegale kinderarbeid.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal