De Nederlandse landbouw moet compleet op de schop. Het systeem van steeds grotere bedrijven die steeds meer produceren voor steeds minder geld, werkt niet meer. Er moet juist minder geproduceerd worden voor meer geld.
Het is natuurlijk razend knap dat wij de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld zijn, maar het is ook een beetje absurd dat wij met geïmporteerde kunstmest en veevoer zoveel vee uit zo’n klein stukje aarde stampen. Ons stikstofprobleem komt toch echt voornamelijk door de gigantische veestapel.
Lokworst
Ooit maakten we met Keuringsdienst van Waarde een uitzending over leverworst. We waren tot de ontdekking gekomen dat deze feestworst in elke supermarkt precies 62 cent voor een halve kilo kostte. Niet 64 cent en ook niet 61, maar 62. Hoe kan dit? Die leverworst staat symbool voor wat er misgaat in ons voedselsysteem. Het is één van de producten waarop prijsbewuste klanten hun supermarkten uitkiezen. Is leverworst bij een andere winkel één cent goedkoper, dan doen ze hun boodschappen voortaan daar. De leverworst is een lokworst. Met een lekker lage prijs is de klant binnen en kan hij andere dingen kopen. Die 62 cent is kennelijk de absolute bodemprijs waarvoor de supermarkt de worst nog wil verkopen. Zoals de woordvoerder van een supermarkt mij zei: ‘We maken er geen verlies op’ ‘Wel winst?’, vroeg ik. ‘Heel weinig. Het is centenwerk.’ Zie daar de verklaring voor de wonderlijke prijs van 62 cent.
Uitknijpen
Maar bij de varkensslachter kostte een halve kilo vlees 75 cent. Het vlees is dus duurder dan de worst. En dan moet de fabrikant er ook nog een worst van maken. Hoe is dit mogelijk? Doordat én de boer én de worstfabrikant zijn product met verlies verkopen. Waarom? Omdat de leverworstfabrikant ‘zijn contacten wil behouden met de klant’.
Voor boeren geldt precies hetzelfde. De supermarkt noemt een prijs en als de boer daar niet mee akkoord gaat, dan koopt die supermarkt helemaal niks meer bij hem. Ook geen producten die wel winst opleveren. En zo zijn boeren constant bezig nog efficiënter te werken en nog meer te bezuinigen. De uitknijpketen loopt van supermarkt naar fabrikant naar de slachter naar boer en eindigt uiteindelijk bij de dieren.
Werkelijke prijs
Landbouworganisatie LTO Nederland heeft een enquête gehouden waaruit blijkt dat de gemiddelde Nederlander veel minder voor zijn eten betaalt dan hij zelf denkt. Ook vergeleken met andere Europeanen betalen wij belachelijk weinig voor ons voedsel. Als we voor een worst of karbonade werkelijk betalen wat hij kost, dan wordt hij duurder. Dat moet dan maar. Dat is beter voor ons milieu en beter voor de boer.
Na de Tweede Wereldoorlog werd onder leiding van de legendarische landbouwminister Mansholt – waarvoor nog aandacht in Zomergasten – een grote reorganisatie van de landbouw doorgevoerd om honger voorgoed uit te bannen. Kleine stukjes land werden geruild en aan elkaar geplakt (ruilverkaveling) waardoor kleine boerderijtjes plaats moesten maken voor grote, gespecialiseerde bedrijven. Boeren gingen meer produceren en (aanvankelijk) meer verdienen. Het gemengde bedrijf verdween grotendeels en het landschap werd eentoniger.
Nu is het tijd voor de volgende grote reorganisatie van de landbouw, die gepland moet worden voor de komende decennia. Hierbij moet alles draaien om natuur, milieu, dierenwelzijn én een goede prijs voor landbouwproducten.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant. Deel dit verhaal