Marqt mag dan duur zijn – excuus: ‘door veel mensen worden ervaren als duur’ – ze verkopen er wel ‘écht eten’. En laten we wel wezen, echt eten is een verademing in deze tijd. In elke buurtwinkel, supermarkt, toko en restaurant is het namaakvoedsel dat de klok slaat. En als het dan niet namaak is, dan is het vaak toch niet écht echt. Voor echt eten moet je naar Marqt.
Wat is dat dan, echt eten? Ik heb mij de laatste jaren behoorlijk verdiept in de wereld van het voedsel, maar op die vraag heb ik nooit een antwoord gevonden. Dan vraag je het toch aan iemand van Marqt zelf? Helaas wil woordvoerder Maxim Verloop mij niet verder helpen. Hij sms’t (Verloop communiceert bij voorkeur via sms): ‘Over écht eten praten we graag een keer uitgebreid verder, maar niet nu.’ Jammer. Maxim is van de nieuwe stempel voorlichters en woordvoerders, die liever niet voorlichten en bij voorkeur zo min mogelijk het woord voeren.
Gelukkig biedt de website van Marqt enige uitkomst. Er is een flinke lijst met criteria. Écht eten is eten dat ‘dicht bij de oorsprong blijft’. ‘Je maakt het niet, maar het ontstaat.’ Wonderlijk. Hoe zouden de koekjes en de chocolade ontstaan die ze bij Marqt verkopen? En de kaas zal toch ook niet zo uit de koe de plank op rollen? Zouden ze bedoelen dat ze liever geen rotzooi in hun waar stoppen? Daar kan niemand op tegen zijn. Daarom hebben ze ook een ‘zwarte lijst met verdachte E-nummers’. Heel goed! Aanpakken die verdachte E-nummers! Overigens zijn E-nummers niets anders dan toevoegingen die door de Europese Voedselautoriteit zijn gecontroleerd en veilig bevonden – maar daar trapt Marqt mooi niet in.
Écht eten, zo lees ik, is ook écht vers. ‘De vissen komen zo van de afslag en het brood wordt in de winkel gebakken.’ Afgebakken zul je bedoelen. Net als de meeste andere supermarkten krijgen ze bij Marqt broodmixen aangeleverd die ze in de winkel alleen nog even in de oven hoeven te duwen. Vandaar dat de croissants van Marqt onlangs in een test van Het Parool zo slecht werden beoordeeld. Ze waren te kort afgebakken en smaakten vies gistig. Is dat nu écht vers?
Ook verder valt op dat écht vers wel wat af te dingen. Zo hebben ze een vriesvak met ‘bevroren vers’-producten. Wat is dat in hemelsnaam? Is niet alles wat bevroren is ooit vers geweest? Of zouden ze elders opzettelijk bedorven waar invriezen en verkopen? En dan heb ik het nog niet eens over de visafdeling gehad. Daar worden (overigens lekkere) grote garnalen als vers verkocht, die helemaal niet vers zijn. Ze komen, zo blijkt bij navraag, uit een grote diepvrieszak. Uit Bangladesh. Vers ontdooid, dus. Maar dat staat nergens.
Ten slotte is écht eten ook nog eens persoonlijk: ‘Ónze telers, boeren, veehouders en vissers kennen wij persoonlijk. Dat vinden we nog belangrijker dan keurmerken.’ Die keurmerken gebruiken ze namelijk soms wel en soms niet. Hoe ver zou dat persoonlijke gaan? Zouden ze die garnalenkwekers uit Bangladesh ook allemaal bij de voornaam kennen? Ik betwijfel het. Marqt niet echt.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal