De nieuwe uitbaters van mijn sportschool willen verjongen. Dat doen ze door hun zaak aantrekkelijker te maken voor frisse jonge meiden en jongens en oude knarren zoals ik weg te pesten. Althans, zo voelt dat. Een paar weken geleden stond de muziek er opeens extreem luid. Niet gewoon hard, wat gebruikelijk is een sportschool om de zwetende lijven aan te sporen vol te houden en er het liefst een schepje bovenop te doen, maar belachelijk hard.
Toen ik een medewerker vroeg waarom dat zo was, was haar antwoord: ‘Dat is voor de jonge mensen. Die houden daarvan.’ Er volgde een misprijzend lachje. Daar sta je dan, dik in de veertig.
Liever hip dan succesvol is ook een businessmodel
Een vriendin van mij gaat graag naar de steps-lessen. Die klasjes zijn succesvol. De deelnemers moeten zich op tijd inschrijven en wie te laat is, treft een volle klas en mag er niet meer in. Pech, volgende keer beter. Die klasjes moeten nu weg. Toen die vriendin, overigens ergens halverwege de dertig, dus nu ook weer niet stokoud, vroeg waarom deze razend populaire lessen verdwijnen, kreeg ze als antwoord dat steps niet hip is. Juist. Liever hip dan succesvol is ook een businessmodel.
Deze sportschool zit in een prachtig gebouw en beslaat drie verdiepingen. Beneden zit een bar/restaurant dat inderdaad wel iets beter kan, op de eerste verdieping worden de lesjes gegeven en helemaal boven staan de apparaten en de gewichten. Het is er altijd druk. Het sympathieke van deze gym, maar dat zal wel een ouwelullenopvatting zijn, is dat alles er door elkaar sport.
Mooiboys, fitgirls en zij die nog proberen te redden wat er te redden valt
Aan de ijzers staan de mooiboys die in de kleedkamer hun spieren met elkaar vergelijken en elkaar ‘mooi droog’ noemen – op de matjes liggen de fitgirls in hun mooie pakjes en daartussen proberen oudere vrouwen en mannen zoals ik nog te redden wat er te redden valt op de crosstrainer en de roeimachine. Niemand lijkt zich aan elkaar te storen. Op ons eigen niveau doen we allemaal hetzelfde.
Maar dat moet dus allemaal veranderen. De oude eigenaren hebben de sportschool onlangs aan de nieuwe uitbaters verkocht. Het gebouw, de toestellen, maar ook de ledenlijst. En daar draait het natuurlijk om. Een goedlopend etablissement met veel vaste klanten, met een lidmaatschap nota bene, is een stuk meer waard dan een tent die geen publiek trekt. Die mensen moet je dus te vriend te houden.
Reuze hip en jong, maar ook hartstikke leeg
Je kijkt wat succesvol is (die niet hippe steps-lessen, bijvoorbeeld) en bouwt dat uit. Activiteiten waar geen hond op afkomt, schrap je. ‘Smell what sells’, noemt Lord Alan Sugar, de Engelse miljardair en presentator van het televisieprogramma The Apprentice, dat.
De nieuwe eigenaren van de sportschool zien dat anders. Zij willen de hipste, coolste en jongste gym in town. Wie weet lukt het. Veel van mijn vrienden (tussen de eind dertig en eind veertig) hebben hun lidmaatschap al opgezegd, dus de gemiddelde leeftijd zal ongetwijfeld dalen. Nu maar hopen voor de sportschool dat ze niet alleen oudere sporters wegjaagt, maar ook leuke jonge meisjes en jongens aantrekt. Anders is het daar straks reuze hip en jong, maar ook hartstikke leeg.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.