Fietsstad

TeunColumns & verhalen

Amsterdam is een fietsstad. Het nieuwe college zou dit moeten erkennen. Uiteraard zou het met GroenLinks erbij makkelijker zijn de prominente rol van het rijwiel in de stad te erkennen, maar ook D66, VVD en SP zouden dit moeten doen. Als deze drie partijen die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben over genoeg zaken overeenstemming kunnen bereiken om deze stad te besturen, dan moeten ze elkaar ook in het fietsbeleid kunnen vinden. En dan bedoel ik vóór de fiets, niet tegen. Nu nog is het op dit gebied droevig gesteld. 

Probeer in de binnenstad je fiets maar ergens neer te zetten. Schier onmogelijk. Aan lantaarnpalen, vuilnisbakken en bankjes- het zogenaamde straatmeubilair- mag het niet meer. Voor je het weet wordt je ijzeren ros door mannen van een gemeentelijke dienst losgeknipt, achter op een vrachtwagen gesmeten en naar een ver oord verbannen. Ooit ben ik schreeuwend uit een winkel gerend om de wakkere verwijderambtenaren het fietswerpen te beletten. Tevergeefs. Ik mocht naar het andere eind van de stad om mijn fiets op te halen. Tegen betaling. Daar komen de  kosten van een nieuw slot nog bij. Mijn eigen schuld natuurlijk. Ik had fout geparkeerd. Dat moet je immers doen in de speciaal daarvoor gecreëerde plekken: op de grond geschilderde vakken. Die bieden wel duidelijkheid,maar geen enkele bescherming. Leerde ik vroeger al van mijn vader en de fietsenmaker dat je je fiets altijd aan iets moet vastmaken, in deze vakken is daar geen mogelijkheid toe. Er zijn daar meestal geen en soms maar een paar rekken.

En dan de veiligheid. Met pijn in mijn maag lees ik keer op keer de verhalen over fietsers die zijn geschept door vrachtwagens. Uiteraard moet je altijd opletten en buiten de dode hoek blijven, maar dan nog zijn er plekken in de stad- de black spots- waar het aan de lopende band mis of bijna mis gaat. Kennelijk lukt het niet om deze plekken veilig te maken.

Fietsers in Amsterdam zijn malloten. Dat weet ik ook wel. Ze trekken zich nergens iets van aan, spurten door rood, rijden op de stoep en tegen het verkeer in en fietsen in dikke rijen naast elkaar waar het niet kan. Fietsverlichting lijkt al weer geruime tijd uit de mode. Allemaal bloedirritant en gevaarlijk. Ik herinner mij- al weer heel wat jaren geleden- een politieoffensief tegen dit roekeloze gedrag. Wie door het rood reed of onverlicht door de stad toerde, werd subiet op de bon geslingerd. Het geklaag was niet van de lucht- “ ga toch boeven vangen”- maar het hielp wel. Binnen de kortste keren had iedereen een lampje. De stad werd er een stuk veiliger op.

De irritaties over fietsers zijn begrijpelijk en terecht. Maar het toch is het fantastisch dat zoveel mensen in deze stad fietsen. Stel je eens voor hoe veel smeriger het zou zijn als iedereen in Amsterdam in de auto zou stappen of op de scooter- dat deze wordt aangepakt is al vast heel goed nieuws- en hoeveel drukker. En hoeveel dikker de Amsterdammers zouden zijn. Daarom zou al het verkeers- (en parkeer-)beleid één uitgangspunt moeten hebben: Amsterdam is een fietsstad.

Deel dit verhaal