Amsterdam gaat ten onder aan de turbulentie

TeunColumns & verhalen

De Plantage is misschien wel de mooiste buurt van Amsterdam. Hoe heerlijk moet het zijn daar te wonen. De breed opgezette Plantage Middenlaan alleen al, met zijn voorname negentiende-eeuwse huizen, het Wertheimpark, de Hortus en Artis.

De Plantage heeft ruimte, de allure van de oude wereld en bomen, heel veel bomen. Wie zichzelf verliest in de drukte van de stad kan zichzelf hier terugvinden. Je kunt er uren dwalen, kijken en ademen zonder in deinende mensenmassa’s terecht te komen. Soms is dat het enige waaraan je in een drukke stad behoefte hebt.

Maar kennelijk moet het allemaal anders. ‘Plantage wordt opgeschud’ kopte deze krant eergisteren. En daaronder: ‘De Plantage wordt getransformeerd van een groene slapende strook naar een turbulente wijk met studenten, academici en toeristen.’ En dus wordt de buurt volgeplempt met hotels, shortstayappartementen en wat al niet. Lekker levendig.

Toen ik het las, dacht ik, om met Ischa Meijer te spreken, die in café Eik en Linde op de Plantage Middenlaan zijn befaamde radiotalkshow opnam: Why?! Wat is er mis met een mooie groene slapende strook? Hoeveel van die groene slapende stroken telt de stad nu helemaal? En hoeveel turbulente wijken hebben we? Amsterdam gaat nog eens ten onder aan de turbulentie.

Maar even serieus; why? Omdat bepaald is dat de Plantage de overvloed aan toeristen uit het centrum moet gaan opvangen, een zogenoemde uitwijkplek. Want die drukte is, laten we eerlijk zijn, hels. Maar daar is makkelijk mee te leven. Gewoon niet in de binnenstad komen. Die is opgegeven aan toeristen en een paar zonderlinge stadsbewoners die het prettig toeven vinden tussen het permanente feestgedruis.

Ik gun ze het allerbeste. Wat mij betreft schrappen we daar zelfs alle regels en maken we er een permanente partyzone van. Bierfietsen, blowen, pilletjes slikken, alles 24 uur per dag open, prima. Maar alleen binnen het centrum. Niks geen uitwijkplekken.

Plantagebewoners wonen waar ze wonen omdat ze de rust, ruimte en schoonheid waarderen. Die houden van hun groene slapende strook. Dat blijkt ook wel tijdens inspraakavonden. Maar daaraan moeten we volgens verantwoordelijk bestuurder Boudewijn Oranje (D66) niet te zwaar tillen: ‘Tegenstanders verzamelen zich massaal rond de inspraakmicrofoon. Voorstanders hoor je nooit, maar ze zijn er wel.’

Ik had altijd al vermoed dat inspraakprocedures een wassen neus waren. Een hobbel die een bestuurder moet nemen om uiteindelijk toch te doen wat hij wil. Ik had alleen niet verwacht dat het een politicus van D66 – de partij van de burger dichter bij de politiek en referenda – zou zijn die dat zo openlijk zou toegeven.

In een stad moet ook ruimte zijn voor mensen die van rust houden, voor een groene slapende strook.

Deel dit verhaal