‘Is de geest sterker dan het lichaam?’ Bij mijn personal trainer deed ik hetzelfde wat ik vroeger vaak op school deed. Als mijn klasgenoten en ik geen zin hadden in de les, dan was het vaak mijn taak om de leraar te laten praten over andere zaken. Dan vergat hij in ieder geval eventjes dat hij ons vervoegingen of verbuigingen moest bijbrengen: ‘Arnold, hoe ging dat ook alweer toen jullie in de jaren zestig naakt over de dam renden?’ De ogen van de geliefde leraar oude talen lichtten op en met hier en daar een juiste tussenvraag kon er zomaar een kwartier voorbijgaan aan het ophalen van mooie herinneringen. De aoristus kon wel even wachten.
Personal trainer
Nu ga ik een keer per week naar de personal trainer. Dat kost behoorlijk wat geld, dus is het zaak – zou je zeggen – om efficiënt met het sportieve uurtje om te gaan. Bij nieuwe oefeningen goed kijken en luisteren naar de aanwijzingen, mentale blokkades negeren en gaan!
In plaats daarvan ben ik vaak (ook tot ergernis van mezelf, maar ja, mijn geest hè) bezig de boel te traineren: ik vraag de trainer naar zijn activiteiten buiten de gym, bespreek sportwedstrijden, bediscussieer de aanpak van verschillende coaches en de nieuwste theorieën over functioneel trainen. Onze gesprekken zijn zeer onderhoudend, maar de halter moet ook de lucht in. Daarvoor ben ik toch ook gekomen? Dat weet ik ook, dus zand in de motor gooien heeft geen enkele zin. Ik ben nog nooit vertrokken zonder mijn trainingssessie te hebben afgemaakt.
De geest is sterker dan het lichaam
Als sporters en coaches zeggen dat de geest sterker is dan het lichaam, dan bedoelen ze meestal simpelweg dat je meer kunt dan je denkt. Dat je, als je fysiek eigenlijk helemaal kapot bent, toch nog iets uit je lichaam kunt persen. Om mijn trainer aan te halen: ‘Waarom denk je dat hardlopers vaak in staat zijn er nog een eindsprint uit te persen?’ Goed punt.
Waarbij ik wel wil aantekenen dat topsporters mensen zijn met én sterke lichamen én sterke geesten. Als iedereen fit is, dan is het niet gek als wedstrijden vaak beslist worden op mentaal vlak: wie is er in staat de pijn en vermoeidheid het langst te negeren en maar te blijven rennen of fietsen?
Ik geef op
Maar wat als je een slap lichaam en een uitermate fragiele geest hebt, zoals ik? Met een sterke geest kun je meer dan je denkt. Maar wie denkt er dan? Dat is toch ook de geest. En die schakel ik niet zomaar uit. Het frustrerende van krachttraining is dat je nooit lang mag genieten van een succesje. Heb je het beoogd aantal herhalingen met een bepaald gewicht volbracht, dan doet de trainer er meteen een paar kilo bij. Zo ben je er dus nooit: ‘Het is een proces’.
Hij weet zeker dat ik het kan. Dat ik de verschrikkelijke Bulgarian split squat, een martelende kniebuiging tot de grond met één been terwijl het andere been ergens achter op een bankje steunt, heus nog wel met meer gewicht kan. En misschien kan ik dat fysiek ook wel, maar mijn geest weet zeker dat het me niet lukt. Ik wil niet, ik geef op. Mijn slappe geest is inderdaad sterker dan mijn slappe lichaam.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant
Deel dit bericht