‘Een aandeel in elkaar’, luidt de slogan van Rabobank. In ietwat weeïge reclamefilmpjes, begeleid door subtiel optimistische muziek, zien we een man die een brouwerij begint en daarmee de wereld wil veroveren, een vrouw die heel graag een huis wil en daar een hypotheek voor nodig heeft, en twee jongens, Tom en Miel, die niet goed meekwamen op school maar tijdens hun stage toch talentvol blijken te zijn. Dankzij de steun van Rabobank wordt het verhaal van al deze mensen een succesverhaal: ‘Een aandeel in elkaar.’
Wie zijn, behalve Tom, Miel, de huizenkoopster en de beginnende brouwer, nu die ‘elkaar’? Zouden het de slachtoffers zijn van het gesjoemel met rentecijfers waarvoor Rabobank is veroordeeld tot een boete van 774 miljoen euro? Zouden het de klanten zijn die door de bank niet goed waren voorgelicht over de risico’s van de rentederivaten? Of zouden ze er het Waterschap Peel en Maasvallei mee bedoelen dat meerdere malen het slachtoffer werd van illegale lozingen van vervuild afvalwater door een champignonbedrijf dat voor de helft eigendom was van Rabobank?
Ooit was de Rabobank een bijzondere bank. Begonnen als een coöperatie van boeren – de Boerenleenbank – met een enorm netwerk aan kleine, autonome kantoren in het hele land, met leden in plaats van klanten. Die leden konden beslissen over de koers van hun bank en doordat al die kantoren zelf beslissingen konden nemen, was Rabobank sterk verbonden met de lokale gemeenschap. Herinnert u zich de spotjes met die ietwat stijve Hollander Jochem de Bruin nog? Deze nuchtere broodjekaasbankier sprak in een zaal vol gladde, handige, snelle en foute geldhandelaren over zijn coöperatieve bank die in de 19de eeuw was opgericht. Een bank van principes waar het niet allemaal om de winst ging: ‘Een bank die het anders doet.’ Dat anders bleek dus toch niet zo heel anders.
Het laatste restje boerenleenbank wordt nu opgeruimd. De 106 lokale banken fuseren tot één concern met één licentie en één balans. Boven op de tienduizend banen die in 2013 werden geschrapt, moeten er nu nog negenduizend medewerkers weg. Het gaat hierbij vooral om ‘banen van medewerkers van wie het werk kan worden geautomatiseerd’, aldus Elsevier.
De bank is definitief een doodgewone rotbank geworden. Niet per se rottiger dan ING, SNS, ABN Amro, maar ook geen haar minder rottig. Gewoon een financiële instelling waar de winstcijfers boven alles gaan, bestuurders uit zijn op hun eigen rijkdom en gesjoemel een onuitroeibaar onderdeel van de bedrijfscultuur blijkt te zijn. Een bank vooral, waar alles draait om efficiëntie.
Zouden de ontslagen medewerkers ‘elkaar’ zijn? Een aandeel in elkaar is leuk, blinkende jaarcijfers zijn leuker.
Daarom misschien dat Rabobank Tom en Miel, de jongens die niet zo goed konden leren, maar wel talent hebben, in een van hun reclamefilmpjes in de schijnwerpers zet. Deze knappe koppen hebben een robot ontwikkeld waarmee de productiviteit in een fabriek met een factor 10 kan worden verhoogd. Handig, kun je meteen de laaggeschoolde arbeidskrachten eruit gooien!
Hoezo een aandeel in elkaar? De slogan van de Tegenpartij, ooit bedacht door de tv-humoristen Van Kooten & De Bie, past Rabobank beter: ‘Samen voor ons eigen.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal