In de ochtend barst het gekwetter los. We zitten in een huisje in een bos in Noord-Limburg waar veel vogels wonen. Vooral merels en mezen. In de verte koekoekt de koekoek, kraaien krassen, duiven koeren en een specht tikt zijn partijtje mee. Andere vogelgeluiden herken ik nog niet. En dan moet ik de beestjes ook nog zien te ontwaren tussen de bladeren. Dat is nog knap lastig. Vooralsnog hoor ik meer dan ik zie. Ik neem mij voor meer te leren over vogels.
Bij de eerste stralen van de zon ga ik op het terras zitten en kijk ik het bos in. Op een houten stoel naar de bomen en struiken staren. Er zouden hier reeën zijn, maar die heb ik nooit gezien. Wel schieten eekhoorns voorbij.
Liefdesdrama
Voor mijn ogen ontspint zich een klein liefdesdrama tussen twee merels. Een donkerbruinig vogeltje (vrouw) probeert een zwart exemplaar (man) het hof te maken. Ze heeft iets gevangen – een worm? – en deelt het met de man. Hij neemt het geschenk aan en verdwijnt meteen door het struweel. Zij kijkt verdwaasd om zich heen – waar is die kerel nou? – en hopt dan achter haar object van begeerte aan. Telkens als die twee herenigd zijn, neemt het mannetje weer de benen. Ik zie het verdriet in haar kraaloogjes, ‘hou van mij!’, maar ze geeft niet op. Hij is gewoonweg te mooi en aantrekkelijk. Inmiddels zijn ze aan de rand van het bos. De man heeft er genoeg van en vliegt weg. Zij blijft achter op de grond. Maar aan het eind van de dag zie ik een merelpaar samen onder een eikenboom zitten! Zou dit het stel van vanochtend zijn? David Attenborough zou het in zijn natuurseries zeker zo hebben gemonteerd.
Op vakantie naar het buitenland
Hier om de hoek ligt een meer. Ooit werd hier zand gewonnen, maar toen dat stopte, werd de enorme krater in het landschap aan de natuur gegeven. Het is een meer geworden zoals ik die uit Zweden ken, met naaldbomen, duinen en heide eromheen. Her en der drijven kleine eilandjes in het water, door vogels gebruikt als pleisterplaats. In kleine plassen kwaken de padden. Het water is helder. Ik zie tientallen paddenkopjes. Om de kwetsbare flora en fauna te beschermen, mag je in dit meer niet zwemmen, laat staan waterscooteren. Misschien is het hier daarom zo aangenaam rustig.
Ik heb vrienden die deze zomer al weer naar het buitenland op vakantie willen. Het is de vraag of dat überhaupt kan. Eén vriend wil naar zijn riante buitenhuis in Spanje. Je moet daar twee weken in quarantaine, maar dat mag – schijnt – ook in je eigen huis. Dat betekent in zijn geval snel boodschappen doen en dan thuis weer het zwembad in. Dat klinkt niet als een straf. Maar je moet er wel heen. Dus of vliegen (wie wil dat nu?) of heel lang in de auto met waarschijnlijk eindeloos oponthoud bij de grenzen. En dan zijn we op dit moment ook nog eens weinig geliefd in Zuid-Europa.
Vakantie in eigen land
Nederland is ongelooflijk mooi. Zoveel schitterende plekken: Twente, Drenthe, de Achterhoek, Zeeland, de Veluwe, het Lauwersmeer, Limburg, de Wadden! Ik zou lekker in eigen land blijven. Brengen we onze economie ook een beetje op gang.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant. Deel dit verhaal