Berend Lugies, de interim-directeur van de Vondelflat in Groningen waar ouderen niet mogen bepalen wat ze zelf eten, is een typisch voorbeeld van een baas die vergeten is waartoe hij op aarde is. Dat is niet uitzonderlijk. In Nederland stikt het van de Berend Lugiesen, managers die met hun targets in de hand en cijfertabellen die het eigen gelijk bevestigen de schoonheid, de vreugde en de kwaliteit om zeep helpen.
Op de meeste plekken waar ik heb gewerkt, waren de bazen niet de besten en slimsten van de organisatie. Die slimsten en besten hadden wel iets anders aan hun hoofd dan leidinggeven, zij wilden gewoon mooie en leuke dingen maken. Wie daar niet zo goed in was, maar het toch naar de zin had binnen zo’n bedrijf en ook niet vies was van enig aanzien, probeerde uit arren moede maar baas te worden.
De truc is, ik heb het een paar keer goed geobserveerd, om zolang mogelijk redelijk onopvallend te blijven – wie opvalt kan zomaar een fatale politieke keuze maken – en dan op het juiste moment je hand op te steken: ‘Als echt niemand anders wil, dan doe ik het wel.’ Zo klimmen die lui stapje voor stapje op, tot ze opeens algemeen directeur zijn. Altijd weer wonderlijk om te zien hoe sommige mensen omhoogvallen. Verder prima. Wie zelf te bedonderd is verantwoordelijkheid te nemen, moet niet verbolgen zijn als anderen dat wel doen.
Vervelend wordt het als de bazen zich als baasjes gaan gedragen en vergeten waarom ze er ook al weer waren: om ervoor te zorgen dat de creatievere, slimmere mensen binnen het bedrijf mooie, leuke en goede dingen kunnen maken, waar de klanten dan weer blij van worden. Als het je baan is om bejaarden een zo vrolijk mogelijke oude dag te bezorgen, duw je ze geen vies voedsel door de strot.
Hoe zat het ook al weer?
Bij de Vondelflat hadden de bewoners ooit een eigen keuken. Die werd wegbezuinigd en vervolgens werd er een contract gesloten met Zinn, een cateraar die volgens een groep van 21 bewoners vies kookte. Die bewoners besloten vervolgens zelf eten te kopen bij een cateraar die wel lekker eten maakte en weigerden nog langer voedselgeld af te dragen aan de Vondelflat.
De interim-directeur vond het allemaal heel vervelend. Niet omdat zijn klanten smerig voedsel moesten verstouwen – hij had ook Zinn kunnen aansporen lekkerder te koken – maar omdat hij plots geld tekort kwam. Typisch een manager in existentialistische crisis. Hij dreigde de bewoners met een boete van 500 euro per dag als zij nog langer eten kochten dat ze zelf lekker vonden en inmiddels heeft hij ze zelfs voor de rechter gedaagd: ‘Als bewoners zelf een cateraar gaan uitkiezen, schoffel je de hele serviceorganisatie onderuit. Als we maaltijden vrijgeven, dan is de huishoudelijke zorg de volgende stap.’ Dat zit er dik in, meneer Lugies, want als ik u zo hoor, stelt de ‘serviceorganisatie’ toch al niet veel voor.
Doe wat u moet doen en geef uw bewoners wat ze willen en waar ze recht op hebben. Baas op eigen bord!
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal