Zal ik vandaag van klein naar groot of andersom? Echte intellectuelen kiezen graag voor het laatste. Eerst een theorie ontvouwen over de wereld of de mens, daarbij nog een paar grote denkers citeren – het liefst in het Frans of Duits – om eventueel aan het einde van het vertoog (dat is highbrow voor betoog) nog even van de Olympus af te dalen en enkele alledaagse voorbeelden van het gepresenteerde exposé te geven. De praktijk als bewijs van de theorie.
Andersom is gebruikelijker. Je begint met een paar grappige of schrijnende voorbeelden waardoor de lezer opveert: ‘verdomme, Els, dat hebben wij ook!’ om de lezer vervolgens steeds verder in het betoog te trekken. Hoe dieper Els en haar man de fuik inzwemmen, hoe onontkoombaarder de conclusie lijkt: de mens/wereld is verrot. Of mooi, dat kan ook. Dat hangt van de fuik af. Om bij de gewenste onontkoombare conclusie uit te komen, moet je de juiste beginvoorbeelden kiezen.
Marketing
Vandaag ga ik van groot naar klein. Ook om mezelf in te dekken, maar dat snap je straks vanzelf. Daar gaat ie: je hebt mensen die denken dat ze niet door reclames worden beïnvloed. Ze zijn autonome wezens die geheel zelfstandig hun beslissingen nemen. Die zijn vaak tegen het verbieden van reclames voor alcohol, gokken en fastfood, omdat dat ‘betutteling’ zou zijn. Waarom? Omdat de mens recht heeft op reclame? Als reclame geen effect had, dan zou een verbod erop de autonomie van de consument ook niet aantasten. De industrie pompt natuurlijk miljarden in reclames omdat ze wél effect hebben. Als producten regelmatig worden aangeprezen, dan willen we ze hebben.
Ik in ieder geval wel. Door mijn werk ken ik de marketingmachinaties van de industrie. Toch ben ook ik er totaal niet tegen bestand. Bijna alle producten die ik op Instagram voorbij zie komen, wil ik onmiddellijk hebben. Dankzij vernuftige algoritmes komen precies die artikelen voorbij waar ik gevoelig voor ben. Spullen waarvan ik nog nooit gedroomd had, dacht ik.
Ik had het totaal niet nodig
Zo kocht ik al peperdure wollen sokken en onlangs een schitterend schrift. Een leren hoes waar je allemaal verschillende soorten cahiers en mapjes en dingetjes kunt insteken. Ik had het totaal niet nodig, maar tegelijkertijd is het precies waar mijn ziel naar verlangde.
Ik heb een paar weken weinig werk. Ik zou ervan kunnen genieten, maar ik word er rusteloos van. Tijdelijk onnuttig zijn maakt me somber. Ondanks een atheïstische opvoeding heeft de oude Calvijn mij toch weten te raken. Het zware gat probeer ik te vullen met sporten. Je bent bezig, het lichaam wordt strak en er komen stofjes vrij. Daarnaast moeten lege momenten in mijn freelancerbestaan worden gevuld met plannen voor de toekomst. Ideeën voor programma’s, boeken en podcasts om toekomstige leegtes te vullen. Maar waar vind je iets in het niets in jezelf om te denken en te creëren?
In het schrift! Dat heeft lege bladzijden, blanco, met ruitjes en met lijntjes. Daarop kan ik ideeën, invallen en misschien zelfs kleine verhaaltjes opschrijven. Het schrift wordt de katalysator van de inspiratie. Dat snapte het algoritme.
Al een week staart het schrift mij aan. Nog maagdelijk mooi. Wanneer zal ik het bezoedelen met mijn onleesbare handschrift? Het maant en vermaant: ‘Kom en schrijf!’ Misschien morgen.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant
Deel dit bericht