Boeren kunnen ons toch niet dwingen vlees te eten?

TeunColumns & verhalen

Man in pak met een banaan in de hand

Jaren geleden voerde de VPRO-kantine de ‘meatless monday’ in: op maandagen werd er geen vlees geserveerd. Dit was onderdeel van een sociaal experiment voor een televisieprogramma. De immer progressieve medewerkers van de immer progressieve omroep kwamen massaal in opstand. Heel veel mensen riepen ‘schande!’ en ‘vrije keuze!’.

Maar, lieve vleeseters, vanwaar die kwaadheid?

Bij het fijne restaurantje onder aan de dijk bij mij in de buurt hetzelfde verhaal. Eén dag in de week is dat volledig vegetarisch. Maar ‘als mensen per se vlees willen eten en dat van tevoren aangeven, dan kan dat’. Wat bezielt die mensen? Waarom is het zo erg een keer géén vlees te eten? Zijn ze bang voor groenten? Vinden ze het een gekker idee iets te eten wat in de aarde is gegroeid dan een geslacht beest? Als het eten lekker is zonder dier, dan is het toch gewoon lekker? Veel verstokte carnivoren zullen na een heerlijke melanzane alla parmigiana of een verrukkelijke aloo gobi het vlees niet hebben gemist.

Vegetariërs en veganisten roepen agressie op bij vleeseters. Onder een bericht over de onlangs gepresenteerde 3D-geprinte biefstuk van restaurant Loetje verschenen vele verontwaardigde berichten. Mensen vonden het belachelijk, vreesden dat ze straks allemaal gedwongen werden vegetariër te worden en plaatsten foto’s van de enorme lappen vlees die zij soldaat gingen maken: drie ons per persoon, lekker bloederig. Maar, lieve vleeseters, vanwaar die kwaadheid?

Is hij beter dan ik?

Loetje is een hypercommerciële biefstukketen die door het groeiend aantal vegetariërs een deel van de markt mist. Om die klanten te kunnen bedienen en dus meer geld te kunnen verdienen, hebben ze die vegavariant ontwikkeld. Dat is geen idealisme, dat is zakelijk. Je hóéft hem niet te eten, maar stel nou dat hij net zo lekker is als een dood dier, zou dat niet juist hartstikke fijn zijn? Dat scheelt een hoop mest, dierenleed en de uitstoot van broeikasgassen en stikstof. Daarom kan ik ook niet wachten op kweekvlees.

Als ik in het gezelschap van een vegetariër vlees eet, dan voelt dat niet fijn. Als ik hem dan zo tevreden zie kauwen op zijn bloemkoolsteak, dan voel ik soms een klein beetje woede opkomen. Zelfs als hij niks zegt over mijn keuze. Wie denkt hij wel dat hij is om zich zo moreel superieur te gedragen? Is hij soms beter dan ik? Zijn keuze voelt als een terechtwijzing van de mijne. Die komt aan, omdat ik diep van binnen weet dat hij gelijk heeft. Om allerlei redenen is het beter minder of geen vlees te eten. Zou het kunnen dat die mensen die zo kwaad worden op Loetje dit ergens in hun hartjes ook zo voelen?

Boeren kunnen ons niet dwingen

Verschillende koffiezaakjes in Amsterdam hebben de extra toeslag die tot nu toe werd geheven op plantaardige alternatieven voor melk afgeschaft. Een havercappuccino is nu dus even duur als eentje met koemelk. Eerlijk, zou je zeggen. Waarom zou je een concurrentievervalsende maatregel die koemelk voortrekt in stand houden? De klanten hebben nu een vrije keuze. Boeren uit de omgeving zijn het er niet mee eens: ‘Melk komt uit een dier, niet uit een plant.’

Een groot deel van de klanten denkt er (helaas voor hen) anders over. Daar is weinig aan te veranderen. Boeren kunnen ons toch niet dwingen dierlijke producten te eten en drinken?

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht