Een grap moeten uitleggen is pijnlijk. Een grap uitleggen vóórdat iemand je zelfs maar vragend aankijkt, is tragisch. Uit alles blijkt dat de verteller zelf ook wel weet dat er weinig te lachen valt. Zoiets is aan de hand bij radioreclames van bedrijven met raar – of moet ik zeggen ‘lekker dwars’ – geschreven namen. Aan het eind hoor je dan iets als ‘ZIGT, met Z I G T’, ‘Kantoor, dat spel je Quantore’, of, ‘Keep, dat is iep met een c ervoor.’ Zelfs de goedbetaalde stemacteur kan de minachting voor deze namenflauwekul niet geheel onderdrukken.
Uiteraard leggen de bedrijven hun taalspel uit als een broodnodig verzet tegen conventies – zo zeggen ze hierover bij Ciep: ‘Als we bereid zijn om een nieuwe afspraak te maken, dan blijkt vaak dat ‘veranderen’ niet zo moeilijk is’ en zegt ZTRDG ‘als je ons goed uitspreekt, landt de naam’ – maar daar trappen we niet in. ZTRDG valt niet goed uit te spreken, daar hebben we nu juist klinkers voor nodig en namen die landen zijn geen namen maar vliegtuigen. Dat zullen ze bij Siep (sorry: Ciep) wel weer kleinzielig conventioneel van mij vinden.
Veel bedrijven die de blits willen maken, lijden aan Q-koorts: het gebruik van de q waar die niet hoort. Dat begon ooit met Q8 (Kuwait), toen kreeg je Marqt en daarna was het bal. Ik noem Qurrent, Quooker, Qredits, Qantore, Qbuzz (heet dit busbedrijf nu kwiebus?, Qiziny, Mediq (‘de Apotheek met IQ’), Smaaq, Fonq, Seqr, Qlick, TinQ, Binq (niet te verwarren met Binc) en Bunq. Die q raakt net zo snel gedateerd als het ‘2000’ dat bedrijven in de jaren zeventig van de vorige eeuw aan hun naam toevoegden.
Dan hebben we bedrijven die de klinkers hebben afgeschaft, zoals eerdergenoemde ZTRDG, NNRGY, SNCKBR RLVNT, STR8 (lollig gebruik van de 8!) en SPRMRKT, dat in de volksmond wel spermaraket wordt genoemd. XntriQ (webstrategieën) kon niet kiezen uit het arsenaal van spelgrappen en ten slotte is er nog het geinige spel met het Engels, zoals Voys, Choiz, BREEXZ en Dizain (‘a full service branding agency, specialising in creating powerful brands’). Zouden ze zelf doorhebben dat je die bedrijfsnaam door dat Engels leest als Diezeen? Of is dat juist powerful?
Reeleezee blijkt ook in deze categorie te vallen. Ik bel ze.
‘Met Wilco Stronks van real easy.’
Real easy? Ik dacht Rélézé?
‘Dat denken mensen wel vaker. Of release.’
U heet real easy, maar zo easy is het dus niet?
‘Dat klopt. Maar als je het eenmaal weet, vergeet je het nooit meer.’
Is het toch niet lastig, soms?
‘Het levert veel gedoe op als we ons e-mailadres moeten opgeven.’
Neemt iedereen bij u de telefoon op met ‘real easy’?
‘Ja. De reactie is vaak iets als: oh, is dat het!’
Hoe doet u dat met radioreclames?
‘Als we onze naam gaan spellen, zijn we zo 20 seconden verder. Dus we zeggen gewoon ‘real easy’. Hopelijk weten de mensen ons toch te vinden. We hebben ook billboards. Daar gebeurt het omgekeerde.’
Dan weet niemand hoe je die naam uitspreekt?
‘Precies. Uit onderzoek blijkt overigens dat onze naamsbekendheid groot is, maar dat niemand weet wat we doen.’
Moet u het niet gewoon gaan uitspreken zoals je het schrijft. Réléze?
‘Ik zal het in de groep gooien.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal