De meest misselijkmakende holle frase die ik ken is ‘beleving’. Meestal uitgesproken als ‘beléving.’ Wat een slijmerig, smerig, verhullend rotbegrip is dat. Mijn eerste herinnering eraan is niet zo gek oud. Een jaar of tien geleden werkte ik aan een uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de pastasaus van Bertolli. In de reclame daarvan zagen we Italiaanse mama’s in zwarte jurken en opgestoken grijze haren in enorme pannen roeren. Toen ik met Bertolli (Unilever) belde om te vragen of die dames ook daadwerkelijk in de fabriek werkten, werd mij verteld dat dit niet het geval was, maar dat de saus wel ‘met dezelfde beleving’ werd gemaakt. Wat dat betekende, bleef onduidelijk.
Uiteindelijk bleek de saus door één jongen met één druk op één knop gemaakt te worden in een fabriek waarop heel groot Knorr stond. Dat beleefde toch net even anders. Maar beleving is dan ook geen nauwkeurig meetbare kwaliteit. Daarom houden de marketinglui er ook zo van. Vaag lullen, zakken vullen.
Lekker eten maken, kost geld. Voor een heerlijke tomatensaus heb je goede tomaten nodig, knoflook en/of ui en misschien wat kruiden. Dat gaat nog. Maar dan moet je het goedje lekker lang op het laagste pitje laten borrelen. Af en toe een blubje is perfect. Dat duurt lang en dat is voor een fabriek duur. Als je een paar bochtjes kunt afsnijden, net wat goedkopere tomaten kunt bemachtigen en snel kunt koken in plaats van lang laten pruttelen, dan bespaar je een bom duiten. Met smaakversterkers en veel suiker en zout, boots je de echte smaak redelijk na. Nu de klant nog wijsmaken dat hij te maken heeft met soep van Toscaanse allure en je zit geramd. Je hoort het ze aan de vergader-tafels zeggen: ‘We hoeven onze spullen niet te verbeteren, we moeten de beléving van onze spullen verbeteren.’
Nu heeft de beleving ook in de zorg toegeslagen. SP-Kamerlid Renske Leijten attendeerde mij via Twitter op een congres over ‘belevingsgerichte zorg’. Dit was te verwachten. In de zorg is in de loop der jaren zo veel bezuinigd dat de kwaliteit, ondanks keihard werkende verpleegkundigen, inmiddels bedroevender is dan die van een blik Unoxsoep. Zonder extra geld zal het voorlopig niet beter worden. Wat doe je dan? Je krikt de beléving op!
Een verpleeghuiscongres over “Belevingsgerichte zorg”. Denk jij dat die term uit de praktijk komt, @Teunvandekeuken? pic.twitter.com/FfCtlykw1z
— Renske Leijten (@RenskeLeijten) 2 september 2016
Ik bel met Henriëtte Boven, van Nursing Congressen.
Wat is belevingsgerichte zorg?
‘Dat is zorg die is afgestemd op de behoefte van de cliënt.’
Veel verpleegkundigen denken: wat schiet ik hier nu weer mee op, met zo’n begrip?
‘Ik denk dat een groot gedeelte ook… het goede woord is niet verschuilen, maar…’
…Ze werken niet belevingsgericht genoeg?
‘Dat zou ik niet zo zeggen, maar ik denk dat er altijd veranderingen mogelijk zijn.’
Als er verandering mogelijk is, dan is het dus niet goed genoeg.
‘Dat blijft altijd.’
Maar wat is ‘belevingsgericht’?
‘Ehm… wat bedoel je precies?’
Wat moeten mensen beleven?
‘Beleving is een beetje een containerwoord tegenwoordig. Je hebt natuurlijk heel veel belevingen, dus… ja…’
En nu is de beleving de zorg binnengekomen?
‘Dat zou kunnen ja, maar als je dat precies wilt weten moet je echt even contact opnemen met mijn collega Stefan.’
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal