‘Zelf maken is toch het lekkerste!’, schreeuwt het zakje waarin mosterdzaad, paprika, gember, kurkuma, peper, kruidnagel, maltodextrine, ui, zout, peterselie, bieslook en citroenzuur samen de ‘mix voor gevulde eieren traditioneel’ vormen.
Wat zou kruidenmenger Verstegen met deze uitroep bedoelen? Is de specerijenkoning aan existentiële twijfel ten prooi gevallen en roept hij ons op om zijn mix niet te kopen, maar zelf een kruidenmengsel voor onze gevulde eieren samen te stellen die de allerindividueelste expressie van onze allerindividueelste smaak is? Op Twitter, waar voedseljournalist Joep Habets mij op de verpakking attendeerde, werd de slogan inderdaad geïnterpreteerd als een aansporing iets anders aan te schaffen.
Irene Geerligs, marketingmanager bij Verstegen, slaakt een kreet als zij dit hoort:
‘Aaaah …dat is een heel grote learning voor de toekomst.’
Een wat?
‘Een leerpunt.’
Dat mensen uw boodschap interpreteren als ‘koop dit niet’?
‘Ja. Dat is geen slimme boodschap als merk’.
Wat bedoelen jullie dan?
‘Er bestaan ook kant-en-klare vullingen voor eieren. Wij zeggen dat het het lekkerste is om het zelf te maken. Met onze kruiden.’
Maar is zelf maken het lekkerste? En het beste? Ook de Aldi-slasaus met de tekst ‘Alsof je het zelf gemaakt hebt’ wekt deze suggestie.
De scherpe en geestige NRC- columniste Rosanne Hertzberger is het daar niet me eens. Zij bracht duizenden Volkskrant-lezers tot razernij met een interview over haar boek Ode aan de e-nummers. Hertzberger betoogt dat de voedselindustrie met de modernste technieken op efficiënte wijze hartstikke goede waar maakt die goedkoop, lekker en gezond is. Angst voor e-nummers is flauwekul en als wij denken dat onze zelf gekookte biologische groente beter en lekkerder is, dan is dat een kwestie van valse romantiek en, sorry voor het vieze woord, beleving. Koken vindt Hertzberger zonde van de tijd. Een magnetronmaaltijd is lekker, gezond en snel, waardoor je tijd overhoudt voor een avondstudie.
Ik ben het deels met haar eens. Met e-nummers is inderdaad niks mis en fabrieksmaaltijden kunnen best in orde zijn, hoewel ze doorgaans te zout zijn en saai van smaak. Iets wat zich op de grote gemene deler richt, is voor de liefhebber zelden interessant. Of zit ik mij dat allemaal maar te beleven? Of iemand koken leuk vindt, kan mij niks schelen. Hou je er niet van? Vooral niet doen. Ikzelf heb er schik in, terwijl ik gruw van avondstudies. Ieder zijn meug.
Maar waarom is de industrie dan niet wat eerlijker over haar producten? Waarom hebben fabrikanten het over ‘de smaak van vroeger’, ‘authentiek’ en ‘ambachtelijk’? Waarom heet appelsap met 1 procent mango mangosap? En waarom wordt pastasaus verkocht met filmpjes van oude omaatjes die in koperen pannen roeren, terwijl die in werkelijkheid in een hypermoderne fabriek wordt gemaakt door één sausjongen die met een druk op de knop tienduizenden potjes produceert? Fabrikanten flirten godbetert zelfs met ‘zelfgemaakt’.
Wij? Zelf? In onze amateuristische, inefficiënte keukens? Als Rosanne Hertzberger wil dat wij de moderne voedselindustrie omarmen, dan moeten fabrikanten de valse romantiek afschudden en stoppen moderne waar aan te prijzen met de beleving van vroeger.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal