Als columnist die bij deze krant is belast met het fenomeen betutteling, of liever met fenomenen die door anderen het predicaat betutteling krijgen opgeplakt, stuitte ik de afgelopen week op een paar interessante zaken.
Maximumsnelheid
Het kabinet wil de maximumsnelheid voor auto’s verlagen. Eerst was het plan het landbouwbeleid te hervormen, maar toen boeren daar heel boos over werden, kwamen de hoge heren in Den Haag daar enigszins van terug. Dan maar liever een maatregel die op minder verzet stuit. Maar niet overal hè. Alleen op plekken waar dat echt noodzakelijk is. Anders zouden de vroemvroem-VVD’ers weer gaan steigeren.
‘Betutteling!’
Er is niks tegen langzamer rijden. Je krijgt er minder files door, minder ongelukken én de uitstoot neemt af. Hartstikke goed! Toch trof ik op Twitter iemand die de maatregel aangreep om het B-woord van stal te halen: ‘Betutteling! En straks weer zeuren dat de inkomsten op accijns tegenvalt.’
Als betuttelingscolumnist moet ik hier streng zijn: in het verkeer hebben we regels. Daar zijn we het allemaal mee eens, anders wordt het een puinhoop op de weg. Het kabinet, gesteund door een meerderheid in de door ons gekozen Tweede Kamer, maakt die regels. Je kunt die stom vinden, maar dat heeft niks met betutteling te maken. Tenzij je anarchist bent en tegen elk gezag bent. Maar dan kun je elke minuut wel ‘betutteling!’ noemen. Dat is saai.
Weerstand bieden aan de snoepautomaat
Tweede waarneming van de afgelopen week: op de Landbouwuniversiteit Wageningen sprak ik met een wetenschapper die onderzoekt doet naar voeding en overgewicht.
Kort en te simpel: al sinds de oertijd, toen voedsel schaars was, zijn wij erop gericht onszelf vol te proppen om te kunnen overleven. Ons brein slaat aan als er calorierijk voedsel wordt aangeboden. En in onze huidige maatschappij is dat voortdurend en overal.
Zelfs op de Universiteit Wageningen: op een gang stond een bak met appels en peren en direct daarnaast een automaat met snoep, koek en frisdrank. Zelfs de voedselwetenschapper bleek hier niet tegen bestand. Aan het eind van de dag koos hij, in plaats van voor een peer, toch vaak, moe, voor een reep uit de automaat. De wetenschapper!
De snoepautomaat moet weg!
Nu zeg je: ‘man wees sterk! ‘Maar alle andere wetenschappers en dokters die ik heb gesproken zeggen dat vrijwel niemand sterk is. We zijn geprogrammeerd om die rotzooi te willen eten. We zijn weerloos.
Overgewicht is inmiddels volksziekte nummer 1. En daarom moeten die automaten weg uit universiteiten, ziekenhuizen en scholen en moet reclame voor dit soort dikmakende rotzooi verboden worden.
En nee, dat is geen betutteling. Want als je rotzooi wilt, dan kun je die zelf in de winkel kopen en meenemen. Die snacks moeten alleen niet overal worden aangeboden. En die reclame, waar dient die toe? Om je te verleiden. Als die niet zou werken en de mens autonoom en onbeïnvloed zijn keuzes zou maken, dan zou er geen reclame zijn. Reclame is er voor de industrie, niet voor de consument.
Het idee van ‘betutteling’ en dat je als individu alleen zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes, is bedacht door de industrie. Die blijft zo buiten schot. Iedere keer dat jij ‘betutteling!’ roept, laat je dus zien hoezeer je beïnvloed bent door deze lobby. Bevrijd jezelf!
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant. Deel dit verhaal