Onlangs vaardigde Kamervoorzitter Van Miltenburg nieuwe regels voor de parlementaire pers uit. Aan de al bestaande, maar al jaren niet gehandhaafde regel dat journalisten parlementariërs in het Kamergebouw niet met draaiende camera’s mogen overvallen, is nu de bepaling toegevoegd dat als die journalisten dit tóch doen, Kamerleden hen mogen dwingen de opname te stoppen en het bandje kunnen opeisen.
Waarom zijn die regels er eigenlijk? Volgens Van Miltenburg vanwege ‘incidentjes waar Kamerleden hinder van hebben ondervonden’. Doelt zij op het incidentje dat heel Nederland heeft kunnen zien: hoe zij huilend een vergadering uitliep? Of wil zij Kamerleden beschermen tegen provocaties van Jakhalzen en Pownewsers? Dat zou gek zijn, want de meesten weten daar inmiddels wel mee om te gaan.
Het idiote aan deze Van Miltenburgoekaze is dat parlementariërs achteraf kunnen bepalen of opnames geschikt zijn voor uitzending. Dit doet mij denken aan een interview van Sara Berkeljon met Leon de Winter en Jessica Durlacher in Volkskrant magazine. Boven aan het artikel schreef de interviewer de opmerkelijke, door haar ingewilligde eisen van De Winter op. Hij wilde zonder pardon in de tekst kunnen schrappen en zelfs passages kunnen wijzigen als hij inmiddels van mening was veranderd. Onderaan schreef Berkeljon dat er slechts enkele kleine details waren veranderd. Het verwarde mij. Wát was er dan precies veranderd?!
Dat krijg je met de nieuwe regels voor de Binnenhofpers ook: stel dat een parlementariër besluit zich van zijn joviaalste kant te laten zien. Hij gaat in op een semigrappige uitdaging van een semigrappige verslaggever. Hij lijkt er goed vanaf te komen, maar bij vraag drie gaat hij alsnog hard onderuit. Een blamage dreigt. Gelukkig zijn er dan de Van Miltenburg Rules. Hij stopt de opnames en eist de tape op. Wij krijgen alleen nog te zien wat Kamerleden ons willen laten zien.
In mijn visie op de democratie controleren journalisten parlementariërs die op hun beurt de ministers controleren. Vrij manoeuvreren van journalisten, ook de minder keurig-nette, is van belang. Zelf heb ik meegemaakt dat Kamerleden mij een interview weigerden. Te lastig onderwerp, te gevoelig. Dan is de draaiende camera een uitstekend laatste redmiddel. Wil zo’n Kamerlid dan nog niets zeggen, dan volstaat ‘geen commentaar’, wat journalistiek ook interessant kan zijn om in beeld te brengen. Wie wel antwoordt, stemt impliciet met het vraaggesprek in. Die moet niet achteraf gaan jeremiëren.
Parlementaire verslaggevers rest niets anders dan alle uitgangen van het Binnenhof te bewaken. Met draaiende camera’s. Wie naar buiten komt, is vogelvrij. Leve de democratie.
Deel dit verhaal