Het zorgbaantje van Samsom

TeunColumns & verhalen

Je zou Diederik Samsom maar zijn. Wat een hondenbaan heeft die. Terwijl het toch zo lekker begon. Nadat hij zijn doorzichtige dunne haren had laten kortscheren, zich een strak pak met das had laten aanmeten, tussendoor nog even kon schitteren als kerngeleerde tijdens de Fukushimaramp, pronkte met zijn bijbaantje als straatcoach en zijn drammerige maniertjes ergens heel diep in een la had gestopt, was hij bijna de minister-president van Nederland geworden. In de campagne had hij zich waarlijk premierabel getoond. Vooral dat hij weigerde harde beloftes te doen, we leven nu eenmaal in een coalitieland, maakte indruk. Dat hebben we geweten.

Diederik sloot een coalitie met de VVD, Rutte werd premier en Samsom bleef in de kamer. Dan kon hij de PvdA-lijn bewaken en het sociaaldemocratisch geluid over het Binnenhof laten schallen. Lekker onafhankelijk, op zijn Bolkesteins, maar dan links.

Toen was alles nog goed. Eventjes. Tot het niet meer goed was. In plaats van de linkse lijn te bewaken werd hij hoofdapologeet van het kabinetsbeleid, ook waar dat heel ver van de socialistische gedachte verwijderd was geraakt, wat geregeld voorkwam, terwijl hij tandenknarsend moest toezien dat zijn VVD evenknie in de Tweede kamer Halbe Zijlstra wel geregeld lekker rechts uit de hoek kwam.

De één na de andere PvdA’er stapte uit de fractie, voornamelijk vanwege zijn starre lijn dissideerde een aantal partijgenoten in de Eerste Kamer en kromp de partij in de peilingen tot lilliputterformaat. Wie heeft er dan nog zin om naar zijn werk te gaan?

En dus nam Diederik een bijbaantje. Of liever: hij ging stage lopen. Elke vrijdag, als ik mij niet vergis. Dat straatcoachschap was hem destijds ook zo goed bevallen, lekker tussen de échte en gewone mensen. Kon hij zien voor wie hij het allemaal deed.

Mark Rutte had al dat lerarenbaantje, dus waarom niet de zorg?! Daar was veel over te doen; wat was dat onfortuinlijk hoe in het nieuws kwam dat de moeder van PvdA-staatssecretaris Van Rijn zo slecht werd behandeld in het verpleegtehuis, dus dat was ook politiek reuze interessant. Niet dat het daarom ging.

Bij Jinek – Matthijs liet hij voorlopig even links liggen nu die alleen maar over zijn eigen angsten wilde praten – zei hij: ‘Ik mag ook mensen uit het bed tillen en wassen en ik vind het allemaal hartstikke leuk.’ Fijn toch!
En wat bleek? In de zorg was het allemaal puik geregeld! Had hij die stage maar gehad toen die Van Rijnzaak speelde! En ook in de thuiszorg, vertelde hij blij, wordt het alleen maar beter. De mensen krijgen straks, als de nieuwe wet echt in alle gemeenten praktijk is geworden, maatwerk! Hoe fijn is dat!?

De meeste andere verplegers, die het er niet als een leuk baantje bij doen, zijn minder tevreden. En ook dames en heren die van de zorg afhankelijk zijn, ooit de achterban van de PvdA, zijn ongerust, maar wat deert het. Binnenkort heeft Diederik een nieuwe baan nodig. Hij is vast van harte welkom. Tillen en wassen, leuk!

Deel dit verhaal