Eindeloos praten over vanille-ijs tekende mijn vriendschap met Jerry

TeunColumns & verhalen

Twee hoorntjes met schepijs en boten op de achtergrond

IJs was belangrijk in onze vriendschap. Dat besefte ik toen ik laatst van de fysiotherapeut naar huis fietste. Een beetje verdoofd door het beroerde nieuws dat ik net had ontvangen, kwam ik de Czaar Peterstraat uit, stak een paar keer over en zag IJsmolen, de zaak waar ze volgens Jerry superieure vanille hadden. Die móest ik proeven. We haalden onze ijsjes en gingen aan de overkant aan het water zitten. Praten, eindeloos praten. Eerst over ijs. Over vanille, dat zo simpel lijkt, maar moeilijker te maken is dan veel andere smaken. We vonden het belachelijk dat veel mensen hun schouders ophalen over vanille, terwijl echt goede waanzinnig lekker is.

Boekentips

Vervolgens spraken we over boeken. Niemand in mijn omgeving las zoveel als Jerry. In zijn jonge jaren had hij Honderd jaar eenzaamheid in één ruk uitgelezen. Hij was zo onder de indruk dat hij toen hij het uithad, weer van voor af aan begon. Als we afspraken had hij vaak een tas vol boeken onder de arm: ‘Dit moet je eens lezen.’

Zijn boekentips waren een daad van liefde. Hij wilde zijn plezier met mij delen en had erover nagedacht welke werken mij zouden bevallen. Zoals je vroeger mixtapes maakten voor mensen die je dierbaar waren. Dankzij Jerry leerde ik onder ander Alberto Moravia, Jiri Weil en Olga Tokarczuk kennen. In mijn podcast heb ik veel boeken besproken die ik dankzij hem ken.

Moeite de kracht te vinden

Gesprekken over boeken gingen moeiteloos over op het leven zelf. Jerry had het moeilijk. Op zijn werk liep het niet lekker, hij had een burn-out gehad en was vaak moe en somber. Hij was bezig weer langzaam te reïntegreren, maar dat ging allemaal niet vanzelf. Hij had moeite de kracht te vinden voor het werkende leven.

Ergens gek, omdat Jerry met zoveel geestdrift kon praten over dingen waarvan hij genoot en altijd zoveel energie in onze ontmoetingen stopte. We kwamen samen en Jerry ging aan. Alles werd met volledige aandacht en geestdrift besproken: boeken, de opera’s die Jerry luisterde tijdens het koken, de porchetta van slagerij Krijnen en Nooij, maar ook onze worstelingen en ambities. Die volledige energie waardeerde ik. Als je samenkomt, moet het ook iets opleveren.

Ziek

Twee weken geleden belde Jerry mij. Hij had nierkanker. Het was verschrikkelijk, maar het was gelukkig niet uitgezaaid. Hij bereidde zich voor op een heel zware periode, maar hij zou er doorheen komen. Hij klonk strijdbaar. Zijn optimisme sloeg over: ‘Wel goed te merken dat je zoveel levenslust hebt’, zei ik ernstig grappend. Jerry lachte en beaamde het: ‘Zeker!’ Daarna verslechterde de situatie razendsnel. De kanker zat opeens toch overal. Ook in zijn hoofd. Hoe lang zou hij al ziek zijn geweest?

Afgelopen donderdag is hij overleden, na een ziekbed van drie weken.

Vrijdagavond was ik bij Jerry’s vriendin Joline en hun zoon Jip. We aten vanille-ijs van IJsmolen en spraken over een andere favoriet: de pistache van Massimo, die ik ook vaak met Jerry had gegeten. Volgens mij het beste pistache-ijs ter wereld (inclusief Italië) Maar Joline vertelde over een zaakje in Trastevere in Rome waar ze met het gezin waren geweest, waar het nog lekkerder was. Daar moest ik echt eens heen! Natuurlijk ga ik dat doen. Probeer ik meteen de vanille.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht