De holle frase van de week kwam van de voormalige personeelschef van Unilever, Mark Rutte: ‘Doe normaal of ga weg.’ Rutte hecht erg aan normaal: ‘We zullen glashelder moeten blijven maken wat normaal is en wat niet normaal is in dit land.’
Wat is dat toch, normaal? Wie bepaalt dat? En waar moet ik heen als ik mij per ongeluk – of expres, nog erger – abnormaal gedraag? Waar moeten al die mensen heen ‘die zich steeds asocialer lijken te gedragen. In het verkeer, in het openbaar vervoer en op straat’? Weg, in ieder geval.
Nog eentje dan: ‘Het is normaal dat je het beste uit je leven probeert te halen.’ Jemig. Moeten we nu ook nog het beste uit onszelf gaan halen? Ik laat het beste liever in mijzelf zitten terwijl ik uitgezakt op de bank met een biertje en een zak chips naar een Netflix- serie kijk. Lijkt mij heel normaal. Wie haalt er nou het beste uit zichzelf?! Veel te vermoeiend.
Maar u bent gewaarschuwd: als u straks in uw joggingbroek een beetje zit te lapzwansen na een dag niet eens zo hard werken, kunt u plots door de normaalheidspolitie van Rutte van uw skai lederen sofa worden gelicht: ‘Noemt u dit het beste uit uzelf halen? Vindt u dit normaal? Ga weg!’
Misschien heeft Rutte zijn liefde voor normaal wel bij Unilever opgedaan. Ik herinner mij hoe ze hun Liptonthee aan de man probeerden te brengen als ‘gewone thee’. Niet uitzonderlijk, niet een beetje gek, maar gewoon.
Doodgewoon. Voor de koopman die de massa wil bereiken het hoogst haalbare. Helaas voor Unilever ontdekten we met het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde dat het bedrijf suiker in de thee had gedaan. Hij smaakte naar kauwgomballen. Na onze uitzending lag de gewone thee van Lipton overal in de aanbieding.
Ook koopman Rutte geeft een bijsmaak aan zijn waar om zijn product aan de massa te verkopen. Niet zoet, maar zurig, onfris. Smaken die het in de supermarkt niet goed doen, maar in de politiek tegenwoordig des te beter. De personeelschef doet nog steeds alles voor de winst.
Mijn vrouw is afgelopen week Nederlander geworden. In een ontroerende ceremonie in het stadhuis kregen meer dan dertig mensen van over de hele wereld onze nationaliteit.
Een voor een kwamen ze naar voren om de eed van verbondenheid aan ons land en de grondwet af te leggen: de jongen in de bontjas, de oude man met het looprek, het jonge meisje met de hoofddoek en mijn prachtige vrouw. De een deed het fluisterend, de ander luid en trots: ‘Dat verklaar en beloof ik’ of ‘Zo ware helpe mij God Almachtig’. De meesten beloofden en verklaarden.
Wethouder Laurens Ivens heette de nieuwe Nederlanders welkom: ‘U was al Amsterdammer en nu ook Nederlander. Daarmee feliciteer ik u van harte. U heeft gezegd: ik wil erbij horen en meedoen. Dat vraagt wilskracht. Dat u daarover beschikt, heeft u al getoond. Hou die wilskracht vast. Zorg dat u er echt bij gaat horen en meedoet, maar blijf ook uzelf. Laten we samen de geschiedenis van Nederland en Amsterdam verder vormgeven.’ Allemaal anders, sommige misschien niet helemaal normaal, allemaal Nederlanders.
Afbeelding: Alexa via Pixabay
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal