Natuurmonumenten is er voor de mens, niet voor de natuur

TeunColumns & verhalen

Sorry mensen, maar die campagne ‘De natuur bedankt de Postcodeloterij’ laat mij maar niet los. De rol van Natuurmonumenten was in mijn stukje van vorige week nog een beetje onderbelicht, terwijl deze vereniging toch verantwoordelijk is voor de zelffeliciterende reclameactie. Dat kloppen op de eigen borst ging via een geraffineerde omweg: de natuur bedankt de Postcodeloterij voor het geven van geld aan Natuurmonumenten, dat daarmee uiteraard allemaal goed werk doet voor de natuur. Dus wie is er tof? Juist, Natuurmonumenten!

De naam ‘Natuurmonumenten’ wekt de indruk dat die organisatie er voor de natuur is. En ten dele klopt dat ook. De vereniging koopt grond op en zorgt ervoor dat er geen flats en fabrieken, maar bomen, bloemen en planten op terechtkomen. Vanuit natuuroogpunt lijkt mij dat prima. Beter een boom in bloei dan een rokende schoorsteen. Maar voor wie doet de vereniging dat? Voor de natuur zelf? Voor de planten en dieren? Misschien een beetje, maar toch vooral voor ons. Natuurmonumenten is er niet voor de natuur maar voor de mens.

Dat blijkt ook uit de schitterend gefilmde reclamespot op hun website vol wandelende, rennende, nordicwalkende, mountainbikende, paardrijdende en op bankjes minnekozende mensen. Mensen, mensen en nog eens mensen, die zich suf genieten. Overal. En dan verschijnt op een gegeven moment de acuut buikkramp bezorgende slogan: ‘Bescherming begint bij beleving.’ Beleving! Hadden we dat sleetse marketingwoord niet al jaren geleden in de ban gedaan?

Op de website legt Natuurmonumenten het uit: ‘Wij bieden aan mensen en in samenwerking met mensen met onze natuur verwondering, ruimte om te bewegen, te spelen, te leren, te ontdekken, te ontspannen, te genieten. Wij hebben duidelijke entrees, goed bereikbare ontmoetingsplekken, goede informatie over excursie- en recreatieaanbod en faciliteiten.’ Zo komen we dus aan onze pretparknatuur in Nederland. Overal duidelijke paadjes en wegwijspaaltjes, bankjes om even uit te rusten, ‘duidelijke entrees’ (sinds wanneer heeft natuur een duidelijke entree?!) en ‘goed bereikbare ontmoetingsplekken’. Natuur is leuk, maar als de ontmoetingsplekken niet goed bereikbaar zijn, is het toch minder.

Ooit sprak ik de vermaarde vogelkenner en natuurvorser Rob Bijlsma uit Wapse. Hij was er verbolgen over dat een recht kanaal bij hem in de buurt nu opeens meanderend werd gemaakt, omdat dat ‘hoogwaardiger natuur’, ook zoiets, zou opleveren. Om dezelfde reden worden bomen gekapt om open vlaktes te creëren. Met welk doel? Natuurbeheer is aan modes onderhevig. Hele ecosystemen worden daarvoor verwoest. Maar organisaties als Natuurmonumenten weten uiteraard welke natuur goed is en welke niet. Natuur moet vooral mooi en makkelijk zijn. En nu dus een tikkeltje romantisch. Daar houden de mensen van.

De natuur zelf schiet er weinig mee op: daarvoor zou het beter zijn de zich een ongeluk belevende recreanten die de boel vertrappen, plantjes kapot rijden en zakjes mondkost laten slingeren te weren. Hek om de natuurgebieden en niemand toelaten. Dat zou minder leuk zijn voor ons, maar ik weet zeker dat Natuurmonumenten en de Postcodeloterij dan op een bedankje van de natuur zouden kunnen rekenen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal