In deze rubriek noem ik het beestje graag bij de naam. Liever nog kijk ik naar de naam die anderen aan een beestje geven en vraag mij dan af of die naam wel klopt. Is het beestje wel echt het beestje dat men zegt dat het is? Moet dit beestje niet een heel andere naam hebben? Geregeld stuit ik op oerlelijke beestjes die de meest prachtige namen hebben meegekregen. In het Engels is de uitdrukking ’to call a spade a spade’- een spade een spade noemen. Ook mooi. Dat dit lang niet zo’n onschuldige bezigheid is als ik altijd dacht, blijkt uit de roze slijm-affaire, die onlangs voor opschudding zorgde in Amerika.
De Amerikaanse nieuwszender ABC had een reportage gemaakt over separatorvlees. De allerlaatste fliebertjes vleesresten en spiervezels die nog aan de karkassen van de dieren zitten nadat ze zijn uitgebeend, worden met een hogedrukspuit van de botten gespoten en vermalen waarna er een vleesdeeg van wordt gemaakt. Het goede is dat dieren werkelijk tot op het allerlaatste grammetje, worden gebruikt. Er wordt niets weggegooid. Als je dan toch vlees wilt eten, dan kun je maar beter niks verkwisten. Het minpunt van dat deeg-separatorvlees, ook wel spuitvlees genoemd, is dat het er niet lekker uitziet en kraak nog smaak kent. Een onooglijke roze brei, waarvan knakworsten en frikandellen worden gemaakt. Daarom hebben die snacks ook zo’n wonderlijke structuur. Wie de beelden van de vleespap heeft gezien, vergaat de honger.
In Nederland mag, vanwege het gevaar van ziektes als BSE geen rundseparatorvlees worden gemaakt. In Amerika wel. Om de bacteriën te doden wordt ammoniakgas gebruikt. De ophef ontstond toen de nieuwsrubriek in een aantal reportages het hele productieproces liet zien en de spade een spade noemde: vleesdeeg werd ‘pink slime’, roze slijm.
De impact van de reportages was enorm. Consumenten wilden geen producten meer waar het in zat en bedrijven kochten het spul niet meer in. De schade voor het bedrijf dat het slijm produceerde, dat het zelf ‘lean finely textured beef’ noemde – mager rundvlees van fijne structuur – ziet u hoe dat werkt met beestjes en namen? – was enorm. Het bedrijf, Beef Products, verklaarde ruim een miljoen kilo vlees minder te hebben verkocht, drie fabrieken te hebben gesloten en zevenhonderd werknemers te hebben ontslagen. Het bedrijf stapte naar de rechter, diende aanvankelijk een miljardenclaim in wegens smaad en wist met ABC onlangs tot een schikking te komen van ruim 150 miljoen euro. Wonderlijk, want in de reportages was alleen de werkelijkheid getoond. De tv-zender hoefde ook geen afstand te nemen van de reportages. Die staan nog steeds online.
Een spade een spade noemen kan dus gevaarlijk zijn. Een dure grap. Maar het is wel belangrijk. Iemand moet kunnen blijven roepen dat de keizer geen kleren aan heeft, dat een soep met één cantharel erin geen cantharellensoep is, dat een schnitzel niet hoort te bestaan uit aan elkaar geplakte zenige vleesresten en dat mager rundvlees van fijne structuur wel een heel mooie naam is voor het lelijke beestje dat beter roze slijm zou kunnen heten. Laten we hopen dat de industrie ons hier voorlopig nog niet de mond kan snoeren.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal