In deze barre tijden is er geen plek meer voor mijn lichtvoetige leest

TeunColumns & verhalen

plastic flessen

Vandaag wil ik u mijn excuses aanbieden. De stukjes die ik schrijf, zijn veel te frivool. In een tijd dat de wereld in brand staat – wie zich verdiept in álle landen en culturen op deze aardkloot en niet alleen met een Westers Imperialistische blik naar het nieuws kijkt, weet dat dit eigenlijk altijd het geval is – schrijft men niet over de verpakkingen en de holle verkoopfrasen waarmee de voedingsindustrie haar inferieure waar bij ons in de maag probeert te splitsen. Het is bijna cynisch om over onze luxeprobleempjes te schrijven, terwijl elders kinderen omkomen door gifgasaanvallen.

Vorige week was in dit opzicht een dieptepunt. Ik schreef over ‘het probleem’ van cafés en restaurants die weigeren kraanwater te serveren en riep mensen op geen flessenwater meer te kopen. Dat het stuk massaal werd gelezen en veel bijval vond, toont aan hoezeer het gevoel voor verhoudingen in onze samenleving zoek is. Je moet daar helemaal niet over schrijven! Je moet er niet eens over nadenken. Je moet het over de echte misstanden in de wereld hebben. Collega Patrick Meershoek van de Amsterdamse krant Het Parool, wiens artikel over huismussen in Artis ik van harte kan aanbevelen, kapittelde mij met een rake opmerking over mijn watercolumn: ‘Ook in Syrië hoor je daar veel mensen over klagen.’ Dat deed pijn. Echt.

Ik zou kunnen aanvoeren dat het drinken van flessenwater wel degelijk een maatschappelijk probleem is omdat het zorgt voor veel energieverspilling en de plasticsoep vergroot. Over mijn andere columns zou ik kunnen betogen dat het zinnig is als mensen iets kritischer kijken naar wat ze in hun supermarktmandje flikkeren. Heel nobel, maar het is niet bepaald Syrië, hè? Overtuigt het dan als ik zeg dat andere journalisten van deze krant met veel meer verstand van zaken over de verschrikkingen in dat land schrijven? Zou het niet beter zijn mij als schoenmaker bij mijn leest te houden en die berichtgeving en analyses aan hen over te laten? Mwah, hoor ik Patrick zeggen: in deze barre tijden is er geen plek meer voor jouw lichtvoetige leest. Syrië, Syrië en anders niet.

Laten we de Syrië-doctrine in heel Nederland invoeren. Filmrubrieken, theaterrecensies en sportpagina’s? Weg ermee! De Volkskrant, nee alle kranten, moeten voortaan alleen over Syrië publiceren. Sterker nog: sport, film en theater moeten zelf ook weg. Juichen voor Ajax of Feyenoord? Dat zouden ze in Syrië ook wel willen! Een spreekbeurt op school over cavia’s? ‘Heel goed Bregtje, maar waarom hield je hem niet over Syrië?’ Direct een onvoldoende. Als we echt respectvol met het leed in de wereld zouden willen omspringen, dan zouden we een Syriëpolitie moeten invoeren, die erop toeziet dat mensen alleen nog maar over Syrië praten.

Met ‘Syrië’ hebben we een nieuw soort Godwin te pakken. Net als met Hitler-vergelijkingen maak je er elke discussie mee dood. Zodra iemand ‘Syrië’ roept, staat de ander met lege handen. Alles verbleekt bij Syrië. Je hebt er weinig aan, maar het geeft de roepers wel een fijn gevoel van superioriteit. Laten we hun dat gunnen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal