Op verschillende plekken in ons land zijn weer gevallen waargenomen van de Ziekte van Convenant, ook wel bekend als de convenantenkolder. Om uw geheugen op te frissen: deze ziekte kenmerkt zich door een overheid die zo veel mogelijk beslissingen overlaat aan het bedrijfsleven, waardoor er uiteindelijk vaak helemaal niets wordt besloten. Problemen die zouden moeten worden opgelost – neem milieuvervuiling, ongezond voedsel en abominabele arbeidsomstandigheden – worden niet opgelost.
De meest recente gevallen zijn geconstateerd in de voedingsindustrie. De mildere vorm van de ziekte stak de kop op rond de energiedrankjes. Al in januari waarschuwden kinderartsen dat energiedrankjes voor kinderen gevaarlijk zijn en kunnen leiden tot rusteloosheid, slaapgebrek en hartritmestoornissen. De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde wil daarom dat dit soort drankjes voor minderjarigen verboden worden. De staatssecretaris neemt deze aanbeveling niet over: er moet meer onderzoek worden gedaan, ouders en scholen moeten betere voorlichting geven en huisartsen moeten beter op het gebruik van pepdrankjes gaan letten. Iedereen moet dus van alles, maar echt ingrijpen gebeurt niet. Allemaal symptomen van de Ziekte van Convenant.
Maar toen gebeurde er iets wonderlijks. Het bedrijfsleven ging zowaar met de zaak aan de slag. Aldi en Lidl, de meest vooruitstrevende supermarkt van Nederland, besloten geen energiedrankjes meer te verkopen aan jongeren onder de veertien en Albert Heijn en Plus zeggen dit voorbeeld te gaan volgen. Alleen slampamper Jumbo wil niet meedoen omdat het ‘belangrijker is om de consument te voorzien in zijn volledige boodschappenvraag’. Jumbo zal er, gezien de gehele boodschappenaanvraag, wel van balen dat het verboden is sigaretten en alcohol aan kinderen te verkopen.
Supermarktketen Plus zou de leeftijdsgrens het liefst optrekken naar achttien jaar en vraagt om hulp: ‘Wij doen een dringende oproep aan de politiek om duidelijke richtlijnen op te stellen rondom de verkoop van energiedrinks.’ De kans dat dit gaat gebeuren is klein. Staatssecretaris Blokhuis heeft gezegd blij te zijn met de stappen van de supermarkten – dat ging lekker makkelijk! – maar hij ziet niets in een leeftijdsgrens op de verkoop van de drankjes. In Nederland convenantenland nemen bewindslieden niet snel beslissingen.
Dan een echt convenant waarvan nu al duidelijk is dat het totaal gaat mislukken: het Convenant Voedingsmiddelen, dat ervoor moet zorgen dat voedsel duurzamer geproduceerd gaat worden. De arbeidsomstandigheden moeten beter en de vervuiling van het milieu moet omlaag. Probleem is nu dat dit convenant niet ondertekend wordt door individuele bedrijven – dus supermarkten en voedselproducenten – maar door hun koepelorganisaties. Geen enkel bedrijf is er dus persoonlijk op aan te spreken als er van de voornemens niets terecht komt. Precies hoe bedrijven convenanten graag gebruiken: wel de mooie woorden, niet de verantwoordelijkheid.
Slampamper Jumbo geeft dat impliciet ook toe door te verklaren dat de problemen te complex zijn om per bedrijf op te lossen en Albert Heijn zegt het convenant te steunen en daar geen handtekening voor nodig te hebben. Tsja, dan kun je die handtekening dus net zo goed wél zetten. Maatschappelijke organisaties zoals Unicef en Novib , die ook meededen aan het convenant, zien het niet goed komen zonder handtekening van de bedrijven en trekken hun handen ervan af. Ze roepen minister Kaag op ook niet te tekenen. Als de minister bevangen is door convenantenkolder, dan tekent ze dus wel.
Afbeelding: Juraj Varga via Pixabay
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant. Deel dit verhaal