Voor sommige holle frasen neem ik mijn hoed af. Van die frasen die niet op een onbewaakt ogenblik uit iemands mond zijn gevallen, maar die heel precies zijn gefabriceerd. Zo geformuleerd dat ze bij de ontvanger precíés de gewenste indruk wekken, maar die bij nadere beschouwing toch niet zeggen wat we denken dat ze zeggen. Een voorbeeld: er zijn huis, tuin-en-keukenmiddeltjes waarvan je denkt dat ze verkoudheid genezen. Op zo’n verpakking staat: ‘helpt bij verkoudheid’. Maar let op! Er staat niet ‘helpt tégen verkoudheid’. Als dat erop zou staan, dan zou het middeltje claimen een geneesmiddel te zijn, dan moesten er allemaal medische testen worden gedaan en mocht het niet zomaar zonder recept worden verkocht. ‘Helpt bij verkoudheid’ is een typische holle frase: helpt (waarvoor? waartegen?) en je kunt tegelijkertijd ook verkoudheid hebben. Prachtig!
Over kwaliteit valt niet te twisten
Als ik politicus was, wist ik het wel. Dan zou ik om de haverklap voor meer kwaliteit pleiten. Want kwaliteit, daar is iedereen voor. Maar wat het precies is en wie dat bepaalt, is ingewikkelder.
D66-Kamerlid Kees Verhoeven is voor meer kwaliteit bij de publieke omroep. Een loffelijk streven. Nu wordt er gewoon nog veel te veel bagger uitgezonden van uw en mijn belastingcenten. Dat kan beter. Dat moet gewoon op zijn BBC’s. Want voor echte kwaliteitstelevisie moet je bij de Britse staatsomroep zijn.
Waarom heeft sommige koffie een ‘Vinkje’?
Via Twitter ontving ik een foto van Janet Noome van een pak koffie met daarbij de vraag: ‘Kan ‘het Vinkje’ mij uitleggen waarom deze koffiebonen een Vinkje hebben?’ Uitstekende vraag. Zo uitstekend dat ik mij dit deze week – zo kan dat gaan hier – mede namens Janet afvraag: ‘Waarom kan koffie een bewuste keuze zijn?’
Teun aan de slag als columnist voor de Volkskrant
Dat Teun columns kan schrijven, bewees hij al met zijn wekelijkse bijdrage aan Het Parool. Vanaf 22 mei 2015 schrijft Teun elke week voor de … Lees verder
Allernikserigste beroep van allemaal: de consultant
Twee jongens van De Correspondent hebben een tijdje geleden een boekje geschreven waarin zij betogen dat een vuilnisman meer zou moeten verdienen dan een bankier. Een maatschappij kan namelijk veel langer zonder bankiers dan zonder vuilnismannen, blijkt volgens hen uit onderzoek naar ervaringen uit het verleden. Ooit vroeg ik een van de jongens hoe dit praktisch uit te voeren was. Daarbij mompelde ik nog iets over vraag en aanbod, want dat hoort als je het over economie hebt. De auteur had geen antwoord op praktische vragen, want ‘het was voor de week van de filosofie geschreven’. Prima argument.