Arme cultuur. Én corona én een minister die er niks van bakt. Het gestuntel begon al toen de theaters dicht moesten. In plaats van de sector moed in te praten en overal met vuur verkondigen hoe belangrijk beeldende kunst, muziek, dans en theater zijn, liet Ingrid van Engelshoven bij het eerste zuchtje tegenwind meteen de schouders hangen: ‘Dit seizoen is voor de culturele sector helaas toch echt verloren. Ik kijk met pijn in mijn hart naar de seizoensgidsen voor volgend jaar.
Driehonderd miljoen
Ontluisterend. Als bezoeker van concerten en theatervoorstellingen mag ik met pijn in het hart naar seizoengidsen te kijken. De artiesten en de schouwburgdirecteuren ook. Zij maken zich zorgen over of ze niet failliet gaan. Een minister moet niet geschokt door programmaboekjes bladeren, maar aanpakken. Zij is minister.
Na een storm van protest en een optreden van Cornald Maas, die het betoog hield dat de minister had moeten houden, kwam er toch geld. Driehonderd miljoen. Maar dat geld gaat voornamelijk naar theaters, musea en gezelschappen die toch al subsidie krijgen.
Artiesten worden gestraft
Nu ben ik voor cultuursubsidie, maar dit is krom. De afgelopen jaren zijn artiesten en schouwburgen onder het bewind van de staatssecretaris van Cultuur die niet van cultuur hield, Halbe Zijlstra, meer zelf geld gaan verdienen en minder afhankelijk geworden van subsidie. Veel artiesten werden zzp’ers die van voorstelling naar voorstelling hopten. Nu worden ze daarvoor gestraft.
Want als er al een subsidierelatie is, zo heet dat in ambtelijk jargon, dan is het makkelijker die relatie te intensiveren en dus wat meer subsidie te geven. Maar de gezelschappen en instanties die zelf voor hun inkomsten zorgden, staan nu met lege handen.
Particuliere geldschieters zijn weg, er worden geen kaartjes verkocht en de opbrengsten van de bar en de parkeergarage zijn opgedroogd. En de zzp’ers? Van Engelshoven noemde hun situatie ‘geen vetpot en niet leuk als je daar onder valt’.
Een uitermate succesvolle bedrijfstak
Mocht u nu denken dat onze cultuur van subsidies aan elkaar hangt, dan heeft u het mis. Het overgrote deel van de inkomsten van theaters en gezelschappen wordt zelfstandig, commercieel, gegenereerd. Het gaat hier dus om een uitermate succesvolle bedrijfstak, die net als andere sectoren overeind moet worden gehouden.
Voor de geest en de verbeelding, maar ook voor de economie, de banen en de bezoekers die (met hun portemonnee) van elders komen om een optreden te zien. De reactie van de minister op deze kritiek: ‘Je kunt heel lang treurig zijn over wat je niet hebt gekregen, maar je kunt ook kijken naar wat je wel hebt.’
Weet van Engelshoven wel wat er speelt in de theaterwereld?
Onlangs liet premier Rutte weten dat de theaters op 1 juni weer open kunnen. Voor dertig man. Dat is inclusief acteurs, technici en kaartjesknippers. Uiteindelijk houd je misschien tien, vijftien man publiek over. Hoe kun je daarvoor een theater openen? Dat kost bakken met geld.
Waar komt zo’n maatregel vandaan? De mensen uit de theaterwereld waren er elk geval niet over geraadpleegd. En de minister? Of ze wist niet dat Rutte dit tijdens zijn persconferentie zou melden en dan heeft ze niets in te brengen in het kabinet. Of ze heeft er vooraf haar zegen aan gegeven en dan weet ze niet wat er speelt in de theaterwereld.
Ik weet niet wat erger is. Arme cultuur.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant. Deel dit verhaal