Van het idealisme om na corona dingen anders te doen is niks over

TeunColumns & verhalen

mondmasker mondkapje weggooien afval riool

Herinnert u zich nog dat we het allemaal beter zouden gaan doen? Eindelijk had corona ook ons land aangedaan en na de eerste angst, paniek en heel veel uitzendingen van Frontberichten begonnen de inzichten te komen: het eenvoudige leven had ook zijn charme, Nederland bleek een prachtig vakantieland, dus waarom zouden we nog zo veel vliegen als we altijd hadden gedaan? Ook het thuiswerken bleek soms best handig.

Futurologen

Waarom zou je elke dag in de file gaan staan, als je ook via een schermpje kan vergaderen? Futurologen en andere profeten voorspelden dat niets ooit meer hetzelfde zou worden. Het luchtruim en de wegen zouden voorgoed een stuk leger worden, bedrijven konden met al die schermarbeiders makkelijk kleiner gehuisvest worden, waardoor een groot deel van de kantoormeters omgezet konden worden in woonruimte.

De afstandsvergaderingen maakten een massale trek naar het platteland mogelijk, waardoor de huizenprijzen in de Randstad zouden dalen. In de grote steden werd een zucht van verlichting geslaakt nu de toeristen weg waren: geen rolkoffertjes, geen feestjes tot diep in de nacht bij de Airbnb’ende buren. Heerlijk! Dit, zo was aanvankelijk de teneur, moesten we vasthouden.

Rotperiode

Ook zou er meer gekeken worden naar de oorzaken van de grote crisis in de gezondheidszorg. Er waren duidelijk te weinig bedden in de ziekenhuizen en op de ic’s. En als we bedden zeggen, dan bedoelen we personeel. Jarenlang was ons gezondheidssysteem ingericht op maximale efficiëntie. Dat kraakte in normale tijden al, maar pas in deze pandemie bleek hoe kwetsbaar het was. Dat moest beter. Er moesten meer mensen worden aangenomen, de zorg moest aantrekkelijker en daarom zou er beter betaald moeten worden. Met klappen voor het personeel dat de coronapatiënten behandelde, kwamen we er niet. Er moest geld bij .

Het landbouwsysteem met ontzettend veel dieren op elkaar in een dichtbevolkt land moest op de schop. Als er in een van de vele megastallen een nieuw virus zou ontstaan dat zou overspringen op de mens, dan zou de volgende pandemie zomaar in Nederland kunnen ontstaan. De ramp zou vele malen groter kunnen zijn dan corona.

Uiteindelijk duurde de rotperiode veel te lang. We werden depressief en vooral jongeren die niet naar school konden of hun studietijd zagen verdampen zonder medestudenten te kunnen ontmoeten hadden het zwaar. Psychische nood kwam op de agenda. Huiselijk geweld ook. Voor deze, soms onzichtbare problemen zou structureel beleid moeten komen.

We willen het oude normaal

Maar nu de WHO voorzichtig het einde van de pandemie heeft aangekondigd (laten we het hopen), lijkt van het aanvankelijk idealisme om ook iets goeds te doen met deze corona-ellende niets meer over. We willen helemaal geen nieuw normaal, we willen het oude. We willen het leven vieren. Logisch. We willen niet meer opgesloten zitten, we willen feesten, drinken, skiën, vliegen en met z’n allen in de file staan.

Over een tijdje is Rutte IV, V of VI de mensen vergeten die psychisch lijden of het thuis zwaar hebben en wordt het idee afgeschoten om meer zorgpersoneel aan te trekken ‘omdat de zorg dan onbetaalbaar wordt’. Of onze landbouw zo wordt hervormd dat een volgend virus geen kans krijgt, valt te bezien. Tot in de volgende pandemie!

Deel dit bericht