‘Vandaag gedronken: avocadosap van Healthy People. Het bleek te gaan om 60 procent appelsap, 6 procent (!!!) avocado en wat citroen. Noem me ouderwets, maar ik vind de persoon die dit verkoopt als avocadosap een oplichter. En wat mij nog het meest verbaast: in dit land met al zijn regels mag zoiets kennelijk.’
Deze hartenkreetmail kreeg ik van Volkskrant-collega Robert-Jan Friele. Waarom had ik dit onderwerp – sap of yoghurt genoemd naar een ingrediënt dat er nauwelijks inzit – eigenlijk nog niet behandeld? Kennelijk was ik dit, door jarenlang dwalen in de wondere wereld van de voedselindustrie, bijna als normaal gaan beschouwen. En dat is het natuurlijk niet. Toen ik Robert-Jan nog een berichtje stuurde dat er wel in kleinere letters ‘met appelsap’ op het pak stond, mailde hij terug: ‘Ja, maar het is appelsap met avocado, en geen avocadosap met appel.’ Gelijk heeft hij. Aan de slag dus.
Bij Healthy People ving ik bot: ‘Mijn collega die over kwaliteit gaat, is er dinsdag weer.’ Er was verder niemand aanwezig met verstand van zaken. Gelukkig of eigenlijk helaas zijn er meer fabrikanten die hun appelsap naar deftiger en duurdere vruchten noemen. De frambozensiroop van Karvan Cévitam bestaat voor meer dan de helft uit appelsap en voor 12 procent uit framboos, Dubbelfris framboos en cranberry (kleine lettertjes ‘met appel’) uit 10 procent appel, 1 procent framboos en nog minder cranberry, en bij Teisseire Fruit Shoot framboos is het niet anders. Ook bij Optimel Langlekker drinkyoghurt vervult appel de hoofdrol. Aardbei en framboos doen elk voor een schamel half procentje mee. Ik bel hun consumentenlijn:
Waarom staat er niet appel, aardbei, framboos op de verpakking?
‘Omdat de smaak van het product geen appel bevat.’
Dus het grootste vruchteningrediënt geeft geen smaak aan het product?
‘Het geeft wel smaak, maar je herkent het niet als appel. Het smaakt naar aardbei en framboos.’
Ik vind het toch lullig voor de appel dat hij helemaal niet wordt genoemd.
‘U wilt die appel op de voorkant genoemd hebben?’
Ja.
‘Ik ga uw opmerking doorzetten. Hopelijk gaat het Optimelteam dit meenemen.’
Blijft de vraag waarom dit allemaal mag in ons land met al zijn regels. De Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is niet erg toeschietelijk als ik de zaak voorleg: ‘Wat op het etiket staat moet kloppen, maar dat kan ik zo niet beoordelen.’
Dit gebeurt op grote schaal. Waarom mag dit?
‘Die regelgeving staat uitgelegd op onze site. Dat kun je zo teruglezen.’
De regelgeving is eigenlijk: als iets er inzit, mag je een product ernaar noemen?
‘Ik ga dat niet zo simpel voor je samenvatten.’
Op de site staat: ‘De productnaam moet zodanig gekozen zijn dat de consument niet wordt misleid. Zo zal een product met de benaming ‘zalmsalade’ ook daadwerkelijk zalm als ingrediënt moeten hebben.’ Maar hoeveel zalm doet er voor de benaming niet toe. Mijn simpele samenvatting klopt: als het er inzit, al is het maar een half procentje, mag je je product ernaar noemen. Zo kan appelsap dus avocadosap worden. De NVWA vindt dat niet misleidend.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal