Iedereen, nou ja tachtig procent van de Nederlanders, wil dat er statiegeld wordt ingevoerd voor flesjes en blikjes, maar toch komt het er voorlopig niet van. Waarom niet? Omdat staatssecretaris Stientje van Veldhoven zich in de luren heeft laten leggen door het bedrijfsleven. Dat heeft met het sluwe vertragingsspel dat het al jaren speelt weer enkele jaren uitstel gekregen.
Of het nou gaat om het rookverbod, maatregelen tegen kindermarketing, of het verbod op slavernij in de chocolade-industrie, altijd en overal zien we dezelfde tactieken: lobbyen tegen de maatregel, vertragen, goede wil tonen en uiteindelijk beloven dat ze het probleem ‘echt, echt echt, zelf gaan oplossen, als de overheid hen maar geen verplichtingen oplegt.’ Met het statiegeld zijn we nu bij het stadium van uitstel door mooie beloften beland.
Vorig jaar nam de kamer een motie aan waarin werd bepaald dat de hoeveelheid plastic flesjes in het zwerfaval in Nederland met negentig procent moet worden teruggedrongen. Afgelopen week kwam de staatssecretaris met de praktische plannen. Zij laat het initiatief in eerste instantie aan het bedrijfsleven. Als dat er voor 2021 niet in slaagt de hoeveelheid plastic flesjes in het zwerfvuil met zeventig tot negentig procent te verminderen, dán zal ze statiegeld invoeren.
De supermarkten, frisdrankfabrikanten en de verpakkingsindustrie krijgen dus weer drie jaar uitstel. De komende jaren mogen ze plannen maken, voorlichtingscampagnes starten én doorgaan met het vervuilen van ons milieu. Tot nu toe worden er naar schatting zo’n vijftig tot honderd miljoen flesjes per jaar op straat, in de berm en in de natuur geslingerd. Bij blikjes gaat het om twee keer zoveel, maar daarvoor worden geen maatregelen genomen, ‘omdat dat maatschappelijk en politiek niet haalbaar is.’
Zal het statiegeld ook echt worden ingevoerd als blijkt dat het bedrijfsleven de doelstelling niet heeft gehaald en de motie van afgelopen jaar dus niet is uitgevoerd? Drie jaar is in de politiek een lange tijd. Waarschijnlijk rekenen de bedrijven op uitstel is uitstel.
Dat heb ik ook ooit in de chocolade-industrie gezien. Na veel negatieve publiciteit over slavernij op cacaoplantages wilde de Amerikaanse politiek hard ingrijpen. Slavernij moest verboden worden. De cacao-industrie vreesde zo’n verbod en beloofde medewerking. De chocoladebedrijven ondertekenden in 2001 een protocol en beloofden zelf de slavernij uit te bannen. De deadline van 2005 werd niet gehaald. En, u raadt het al, de slavernij is nu nog steeds niet uitgebannen. Uitstel begint in dit geval verdomd veel op afstel te lijken.
In Nederland hebben we met statiegeld hetzelfde gezien. Minister Pronk deed in 2002 een Van Veldhoventje avant la lettre. Als de hoeveelheid zwerfvuil van flesjes niet enorm zou worden teruggedrongen zou hij statiegeld invoeren. U ziet het resultaat: het zwerfvuil is toegenomen, maar er is nog steeds geen statiegeld.
Inmiddels zijn ruim tweehonderd gemeenten lid geworden van de statiegeldcoalitie. Die willen dat het statiegeld nu wordt ingevoerd. Op flesjes én op blikjes, Helaas wordt er meer naar het bedrijfsleven geluisterd dan naar de maatschappij. Voor ons zit er maar één ding op: die smerige flesjes en blikjes links laten liggen en- daar ben ik weer- kraanwater drinken.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal