De verantwoordelijke klant moet tegenwoordig zelf sterk en slim zijn

TeunColumns & verhalen

Illustratie van een kind dat snoep eet

Zodra een fabrikant over ‘eigen verantwoordelijkheid’ begint, moet je oppassen. Het gaat nooit over zijn éígen eigen verantwoordelijkheid, maar over die van ons. De consument is verantwoordelijk opdat de industrie dat niet hoeft te zijn. Tegen de autonome klant die prima zijn eigen afwegingen kan maken, mag de industrie alles in de strijd gooien om hem te verleiden zijn rotzooi te kopen: aantrekkelijke reclames en begeerlijke verpakkingen met misleidende mooie plaatjes en praatjes. De exacte, minder positieve informatie wordt weggemoffeld in kleine lettertjes. De verantwoordelijke klant moet wel een beetje opletten, hè. Als hij in de marketing van de industrie trapt, is hij dom.

Niet iedereen is sterk en slim. Vorige week sprak ik een man die meer dan duizend euro had uitgegeven aan een datingsite. Hij chatte met een vrouw – ze stond aantrekkelijk op de foto – die duidelijk in hem geïnteresseerd was, maar wel telkens de boot afhield als hij aanstuurde op een ontmoeting. Per verzonden berichtje betaalde hij meer dan een euro. Wat bleek? De vrouw bestond helemaal niet. Op de homepage van de site wordt wervend gesproken over dates en de mogelijkheid de liefde van je leven te ontmoeten, maar als je naar de kleine lettertjes in de gebruiksvoorwaarden klikt en die helemaal doorleest, kom je er bij punt negen achter dat ‘sommige profielen gefingeerd kunnen zijn voor entertainmentdoeleinden’.

Stom als je dat niet ziet, autonome burger! Of niet? De homepage ziet er zo betrouwbaar uit, dat je wel heel wantrouwend moet zijn om dit te ontdekken. Dat was deze man niet. Hij was eenzaam, had nauwelijks ervaring in de liefde en zag hier zijn kans een vrouw te ontmoeten. Eigen verantwoordelijkheid? Of moet de site zijn ware bedoelingen duidelijker kenbaar te maken?

Op verpakkingen van producten in de supermarkt wordt vaak geschermd met mooie termen als ‘ambachtelijk’, ‘natuurlijk’ en ‘verrijkt met vitamine D’. Op de ingrediëntenlijst lees je – wederom in verdomd kleine lettertjes – dat die natuurlijke vitamineproducten vooral uit suiker, zout en vet bestaan. Niks gezonds aan. Eigen verantwoordelijkheid van de consument? Of moet informatie over de ongezondheid van het voedsel net zo prominent op de verpakking als de wervende?

Overal wordt ons voedsel aangeboden. In winkelstraten, treinstations en benzinepompen schreeuwt het vette en zoete snackvoer je tegemoet: koop mij, eet mij, drink mij! Als je je rug recht weet te houden, is er altijd nog een kassamedewerker die je vraagt of je een koek bij de koffie wilt, of iets anders lekkers. Je moet sterk zijn, maar dat lukt niet altijd. Op die zwakte gokken de verkopers van rommelvoer: als iedereen sterk was, zou de snoep-, koek- en frisdrankmarketing niet werken.

Op de verpakkingen van rommel voor kinderen staan leuke stripfiguurtjes en kinderhelden die de kinderen verleiden tot aanschaf. Of om erom te schreeuwen bij hun ouders. Maar die ouders, zegt u, moeten sterk zijn. Het is hún verantwoordelijkheid.

Tuurlijk. Maar 95 procent van de marketing van kinderproducten betreft ongezonde, dikmakende waar. Niet voor niks. Doelbewust speelt de industrie in op begerige kinderen en hun zwakke ouders. Het is zwak van de ouders dat ze overstag gaan. Maar moeten we niet juist geholpen worden in de strijd tegen onze zwakten in plaats van ervoor bestraft te worden?

Afbeelding: OpenClipart-Vectors via Pixabay

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal