Tussen het somberen door mogen we ook onze kwetsbare vrijheid vieren

TeunColumns & verhalen

wandelen man vrouw stel familie

We gingen wandelen, mijn vrouw, onze dochters en ik. Omdat we geen bonnefooimensen zijn, zochten we online een route uit. We kozen de wandeling met de wervende kwalificatie ‘mooier wordt het niet’. Dat wil je. Bovendien was ze maar 9 kilometer lang. Net lang genoeg voor de ouders om het gevoel te hebben echt even buiten te zijn en kort genoeg voor de meisjes om niet heel veel te klagen over kou, vermoeide benen, verveling of ander ongerief. Onderweg zouden we ook nog een van de mooiste dorpjes van Nederland aandoen. Wij Van de Keukens zijn gek op mooie dorpjes.

Moeten

Alle seinen stonden op groen. We (de ouders) verkneukelden ons. De kinderen wilden weten hoe laat we weer thuis zouden zijn. Zo ging het vroeger ook. Mijn ouders vroegen of we zin hadden in een boswandeling. Wij zeiden nee. ‘We gaan toch. Over een uur vertrekken we.’ ‘Zeg dan gewoon dat we moeten, in plaats van te doen alsof we een keuze hebben.’

Met een uitgeprint kaartje met knooppunten en nummers erop – ja, we zijn kuddedieren, nee, we zijn geen avonturiers – gingen we op pad. De meisjes drentelden op enkele meters achter ons aan. Ze hadden ieder één oortje in en lachten soms luid. Eerder had ik gevraagd of die oortjes echt nodig waren. Volgens de jongste ‘kon je ook van de natuur genieten terwijl je naar iets luistert’. Dat is waar. Bovendien, pick your battles.

We liepen tussen de veenafgravingen. De paden waren modderig. Af en toe zakten we er een eindje in weg. ‘Wat een avontuur hè!’, riep ik geregeld quasimonter naar het gezelschap. Onze stadse kleren werden vies. Ganzen vlogen over en andere vogels zongen. Zou ik meer genieten als ik wist welk diertje welk melodietje floot? Moest ik mijn kennis bijspijkeren?

Een dronken clown troostte een dronken koe

In het dorpje dat zo was aangeprezen, stond een prachtig landhuis met enkele schattige huisjes eromheen. Verder zagen we vooral treurige nieuwbouw: ‘Dit is echt niet een van de mooiste dorpjes van Nederland, pap.’ We aten er appeltaart, arretjescake en pruimenvlaai. Allemaal met slagroom, allemaal lekker. Ik genoot van dit eenvoudige, breekbare gezinsgeluk.

In een naburig stadje deden we boodschappen. Door de straten schalde keiharde muziek. Mensen trokken voorbij in de vreemdste uitdossingen. Een dronken clown troostte een dronken koe met uitgelopen make-up. Carnaval. Heerlijk om zoveel mensen zo uitgelaten te zien.

Het leven kan zo afgelopen zijn

‘Geniet van je vrijheid, het kan zo afgelopen zijn’, zei een vriend die in een conflictgebied woonde ooit. Hoe kwetsbaar de vrijheid is, zien we nu weer in Oekraïne. Een paar weken geleden aten kinderen uit Kiev nog taart, nu zitten ze onder de grond te schuilen voor bommen. Daarom moeten we doen wat we kunnen om de arme mensen in Oekraïne te helpen, door bijvoorbeeld geld over te maken naar het Rode Kruis (giro 5125) of Stichting Vluchteling (giro 999), de straat op te gaan tegen Poetin, en door onze solidariteit te tonen met het Oekraïense volk.

Maar tussen het eindeloos naar het nieuws kijken en somber zijn over de oorlog die op ons continent woedt, mogen we ook het leven vieren. Daar is het voor. Het kan zo afgelopen zijn.

Deel dit bericht