Beste orthodontisten, maak onze lieve, prachtige dochters niet onzeker

TeunColumns & verhalen

aimee-vogelsang-106103-unsplash

Een orthodontist probeerde mijn oudste dochter onzeker te maken en daar ben ik kwaad over. Er zijn maar weinig mensen van wie ik zoveel houd als van mijn dochter. Ze is grappig, slim en prachtig. Lang rood haar, bruine ogen, tere witte huid. Een klassieke schoonheid. Voor de kunstliefhebbers: denk prerafaëlieten.

Dat haar doet het hem. Zolang ik mij kan herinneren, wordt ze aangesproken in de tram, of op de fiets bij het stoplicht: ‘Wat een praaaachtig rood haar’. Al haar hele leven krijgt mijn dochter bijna dagelijks dergelijke complimentjes van wildvreemden. Meestal van lieve, oudere dames.

Deze column is hieronder ook gratis te beluisteren (via Blendle):

Ooit komt alles terug

Nu is ze (beginnend) puber. Afgelopen zomer ging ze naar de middelbare school en dat bevalt prima. Sinds de eerste week heeft ze een beste vriendin die wij weleens giechelend over de vloer hebben. Ze is ijverig en heeft plots een liefde voor tekenen en schilderen opgevat. Ook heeft ze opeens een zeer gedecideerd stijlgevoel. Bepaalde schoenen, bepaalde broeken. Van die beetje vale spijkerbroeken met een hoge taille die ‘mom jeans’ worden genoemd: moederspijkerbroeken.

Zelfs de scrunchie, een stoffen haarwokkel (dat is de officiële Nederlandse term) is helemaal terug. Zij maakt ze zelf op de naaimachine. Dat Carry Bradshaw dit modeaccessoire decennia geleden in Sex and the City kapot had gemaakt, mag niet baten. Ooit komt alles terug.

Ik reageerde niet enthousiast genoeg…

Maar toch. De zelfverzekerde houding van mijn dochter is flinterdun. Toen zij de eerste keer stralend voor mij stond met een moederspijkerbroek, reageerde ik niet enthousiast genoeg. Ik dacht nog dat zulke broeken suf waren en door suffe meisjes werden gedragen – Mom jeans, hello! Terwijl alles wat cool is, suf wordt, en andersom. Mijn dochter was gepikeerd door mijn reactie. Gekwetst. Nog maanden later moest ik het horen als ik haar complimenteerde: ‘Jij vond die broek toch niet mooi?’

Ik ben voorzichtiger geworden met opmerkingen over haar uiterlijk. Ze is dertien, ze is puber, ze is gevoelig.

‘Heb je zelf niet het gevoel dat je teveel tandvlees ziet?’

En nu dus die orthodontist. Mijn dochter heeft een beetje een overbeet en dat zou op lange termijn voor slijtage kunnen zorgen. Voldoende reden voor een beugel. Iedere puber heeft tegenwoordig een beugel. Omdat de verzekeringen die dingen vaak vergoeden, wordt de orthodontist slapend rijk, zonder dat het de ouders iets kost. Een perverse prikkel, dus.

Toch wilde deze orthodontist mijn dochter graag extra overtuigen. Met een slijmerig zalvend stemmetje vroeg ze: ‘Heb je zelf niet ook het gevoel dat je te veel tandvlees ziet, als je glimlacht?’ Dat gevoel had mijn dochter nooit gehad. En ik ook niet. Mijn dochter heeft de mooiste glimlach van de wereld. Hoe durft dat mens zo’n zaadje van onzekerheid te planten? Bij een puber nota bene.

Het is triest als je niet durft te glimlachen

Een glimlach is het mooiste dat er is. Een glimlach toont iemands innerlijke vrolijkheid en blijdschap. Het is triest als je die niet durft te tonen. Er zijn mensen die uit schaamte hun hele leven met hun hand voor hun mond lachen. Eva Jinek vertelde vorige week dat ze van Twitter is gegaan omdat iemand iets over haar ‘kutlach’ had geschreven en ze niet meer spontaan durfde te lachen.

Beste orthodontisten, smeer beugels aan als je wilt, maar maak onze lieve, prachtige dochters niet onzeker. Dank.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Foto door Aimee Vogelsang via Unsplash.