Moestuinterreur

TeunColumns & verhalen

Door de verschrikkelijke gebeurtenissen op mijn volkstuin begrijp ik opeens ik wat terreur is. Hoe het werkt als iemand angst probeert te zaaien, mensen de mond probeert te snoeren om te voorkomen dat zijn belangen worden geschaad. Iedereen is geschokt en voelt de angst. Vooral omdat we niet weten wie de boosdoener is. In onze vredige, tot voor kort schijnbaar ideale microsamenleving voelt het opeens niet meer zo veilig.

De DDR pretendeerde ook een ideale samenleving te zijn, maar de kleine socialistische heilstaat op aarde kon alleen overeind gehouden worden met stevige terreur. Overal liepen verlinkers rond, de informeller Mitarbeiter, die je bij een klassenvijandige opmerking  prompt verraden aan geheime dienst. Niemand wist wie de verklikkers waren: het kon de buurvrouw, de bakker en je eigen broer zijn. In de DDR kon je maar je best je mond houden. Niemand was te vertrouwen.

De heilstaat bestaat niet. Niet op aarde, maar ook op het hiernamaals zou ik mijn geld niet zetten. Zodra er ergens gelijkheid wordt gepredikt, zullen er mensen van die gelijkheid willen profiteren.  George Orwell heeft het ooit zeer treffend beschreven in Animal farm: alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn iets meer gelijk dan anderen. Wie zich daartegen verzet, wordt slachtoffer van de terreur. Dat was al zo tijdens Robespierre.

Ik draaf door, ik weet het. Op onze volkstuin lopen voor zover ik weet geen informelle Mitarbeiter rond. En er wordt zeker niemand naar de guillotine afgevoerd. Al tijdens mijn geschiedenisstudie heb ik geleerd dat elke- historische- vergelijking- mank gaat. Ik probeer de sfeer van angst weer te geven, dat je gepakt kunt worden en dat je niet weet door wie en wanneer. Misschien is de vergelijking met de maffia nog het best.

In korte tijd zijn twee tuinhuisjes van leden van de kascommissie,  die moet controleren of de boekhouding klopt, in de fik gevlogen. Ook is een olijfboom doormidden gezaagd: keurig netjes verticaal van boven naar onderen Een volkstuindersversie van het paardenhoofd op het kussen. Intimidatie om te voorkomen dat mensen hun werk uitvoeren. Vonden zij dingen die het daglicht niet konden verdragen?  Ik weet het niet. Wel weet ik de leden van de kascommissie hun taken hebben neergelegd.

De politie heeft naar de afgebrande tuinhuisjes gekeken, kon geen sporen van kwade opzet  vinden en laat het er verder bij zitten. Geen verdere controle van de boeken en het ondervragen van de mensen met een motief. Geen sporen, zaak gesloten. De huisjes zullen wel toevallig zijn afgebrand.

Op mijn meest dierbare plek van de stad, waar ik mijn courgettes en wortels verbouw en waar ik wroetend in de aarde de drukte van het bestaan kan vergeten, is het opeens niet meer zo vredig. Ik ben bang, boos en verdrietig.

Deel dit verhaal