De supermarktbranche als hypocriete hoeder van gezondheid

TeunColumns & verhalen

Het blauwe vinkje en het groene vinkje.

Je kunt veel van die supermarktjongens zeggen, dat doe ik ook geregeld, maar lef kun je ze niet ontzeggen. Laatst vond ik in mijn digitale brievenbus van Twitter een berichtje van hun brancheorganisatie, het CBL, met een licht verwijtende toon: ‘Partijen die destijds zo voortvarend waren om het #Vinkje af te schaffen, maken nu volstrekt geen haast met een alternatief. Dat moet er snel komen, we zijn straks 5 jaar verder. @MinVWS @Consumentenbond @Teunvandekeuken, uit die luie stoel, aan de slag!’ De Consumentenbond, het ministerie én ik moesten nu verdomme toch echt eens in actie komen. We hadden dat lieve Vinkje om zeep geholpen – door het kille internet heen voel je hoe woede en verdriet bij het CBL om voorrang strijden – en nu komen wij al jaren niet met een alternatief. Schande!

Vinkje

De supermarkten en de voedselfabrikanten hielden echt van dat vinkje. Of liever: die vinkjes, want het ­waren er twee: een groene voor ‘de gezondere keuze’ en een blauwe voor ‘een bewuste keuze’ binnen een productgroep. Als eenmaal was bepaald dat een product de gezondere, dan wel een bewuste keuze was, dan kwam er dus een vinkje op de verpakking. Dat het er twee ­waren, was verwarrend. Klanten begrepen niet wat wat was. Er deugde wel meer niet aan. Zo kregen alleen ­bedrijven die ervoor betaalden zo’n vinkje, wat grote ­fabrikanten met diepe zakken bevoordeelde boven kleine. Ook bleek de ‘gezondere keuze binnen een productgroep’ een farce. Als in een slagroomtaart, ketchup, of mayonaise net wat minder suiker of vet zat dat in die van een concurrerend bedrijf, dan kon het zomaar zo’n bewijs van goed gedrag krijgen. Rommel als bewustere keuze, dat was het Vinkje. Blij dat we ervan af zijn.

Hoeders van de volksgezondheid?

En nu dat alternatief. Waar blijft dat? Het CBL vindt het hard nodig: ‘Supermarkten zitten nu met een gat in het gezondheidsbeleid.’ Goh, wat zijn ze toch sympathiek en nobel bij de grootgrutters. Hoeders van de volksgezondheid. Ik geloof er geen snars van. Als ze werkelijk zo bezorgd zouden zijn over een gat in het ­gezondheidsbeleid, dan zouden ze wel harder van leer trekken tegen kindermarketing: alle kinderhelden per direct van snoep en zoutjes verwijderen en geen ‘kindersnoep’ meer op kinderooghoogte in de winkel. Dan zouden ze ook pleiten voor grotere letters op de ingrediëntenlijstjes, zodat ook klanten van boven de 35 kunnen ­lezen welke rommel waar in zit. Dan zouden andere ­supers het voorbeeld van Lidl volgen en stoppen met de verkoop van sigaretten en zouden energiedrankjes niet meer aan minderjarigen verkocht worden.

Voer het stoplichtsysteem in

Het is hypocriet dat de supermarkten het ministerie, de Consumentenbond en mij nu tot spoed manen. Er ligt al lang een voorstel om in navolging van de Britten een stoplichtsysteem in te voeren met rood, geel en groen: dan zie je in één oogopslag of ergens veel of weinig suiker, vet en zout in zit. De klant kan vervolgens zelf zijn afweging maken. Handig en niet betuttelend (dat schijnt tegenwoordig ook belangrijk te zijn). Drie keer raden wie daar niet aan wil en zo de invoering van een alternatief voor het Vinkje tegenhoudt? Juist, de supermarkten. Dus stop met huilen, CBL, kom uit je luie stoel en schaar je achter dat stoplicht.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

Deel dit verhaal