Namens de vleeslobby: sorry voor de Nederland Vleesland-campagne

TeunColumns & verhalen

Blij varken

Namens de vleeslobby wil ik hier vandaag vanaf deze plek mijn excuses aanbieden voor de Nederland Vleesland-campagne. De bedoelingen waren gewoon goed, echt heel positief, maar het is helaas totaal verkeerd uitgepakt. Daarvoor, lieve veeboeren, fokkers, veevoerbedrijven, veevervoerbedrijven, antibioticamakers, kunstmestproducenten, slachters en slagers, een hartgrondig sorry.

Onsmakelijke vleesvervangers

Ik weet nog hoe we met een paar vleesenthousiastelingen bij elkaar kwamen. Geërgerd hadden we gezien dat er in de supermarkten (niet per se waar wij wonen, maar wel in de rijke linkse buurten in de grote steden) steeds meer van die onsmakelijke vleesvervangers in de schappen waren komen te liggen. Worsten en schnitzels en hamburgers, maar dan van soja. Waarom??? Als die mensen dan geen vlees willen eten, dat mag van ons, maar helemaal normaal is het natuurlijk niet, ga het dan ook niet lopen nadoen met spul waarvoor geen dieren zijn doodgemaakt!

Er is nu zelfs een restaurant waar ze biefstuk uit een printer laten komen. Van de pot gerukt. Vlees is van een levend wezen dat je zo efficiënt mogelijk laat opgroeien en precies op het gunstigste moment qua kosten en baten doodmaakt. Klaar!

Wij zijn een vleesland

Nou, goed, die vleesvervangers en dat hele negatieve gepraat over vlees hingen ons de keel uit. Na de schitterende boerenprotesten, die toch op behoorlijk wat sympathie konden rekenen, zagen wij onze kans schoon. Nu doorpakken. Niks geen vega-geneuzel, wij zijn een vleesland!

We hebben ons laten inspireren door de huisregelbordjes van het tuincentrum die we in de gang of de woonkamer hebben hangen: ‘In dit huis: – hebben we plezier, maken we fouten, – zeggen we sorry, – zijn we lief voor elkaar.’ Als je het maar hard genoeg roept, wordt het vanzelf waarheid. Dus: in dit land eten we vlees, – zijn we echte kerels, – geven we sla aan de konijnen. Haha, grapje.

Wat willen die soja-activisten dan?

Maar jongens, het liep helemaal mis. Onze eigen cijfers en statistieken uit ons eigen onderzoek en onze vrolijke filmpjes van vrolijke dieren op vrolijke boerderijen, riepen behoorlijk wat reactie op van mensen (waarschijnlijk weer die linkse mensen uit rijke stadswijken) die een ander beeld van ons geliefde vleesland schetsen. Dat we inderdaad vleesland zijn, omdat we ruim 1,7 miljoen dieren per dag slachten, dat reguliere varkens maar 0,8 m² leefruimte hebben en dat dierentransporten soms dagen duren, met stress tot gevolg. Daarbij toonden ze ook nog filmpjes van de overvolle stallen, opeengepropte dieren in de vrachtauto’s en krijsende varkens in doodsnood.

En tuurlijk, jongens, we gaan heus niet ontkennen dat dit allemaal kan gebeuren, maar wat willen die soja-activisten dan? Dat elk dier vrij buiten kan rondlopen en pas als hij echt oud is met een privé-taxi naar de euthanasie-arts wordt gebracht? Dat kan toch nooit uit?

De vleesconsumptie daalt niet

Inmiddels zie ik op de social media ook vleeseters die van deze (linkse) cijfers en beelden schrikken. Hebben we slapende honden wakker gemaakt? Dat was volstrekt onnodig. Want hoewel vleesvervangers in de lift zitten, daalt de vleesconsumptie helemaal niet. We eten er nog steeds hartstikke veel van. We zijn zeker een vleesland, maar dat hadden we stil moeten houden.

Nu we de mensen aan het denken hebben gezet, zouden ze zomaar minder vlees kunnen gaan eten of er zelfs helemaal mee kunnen gaan stoppen. Stom! Nogmaals: sorry.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht