Stop publieksprijsverkiezingen

TeunColumns & verhalen

Een vrouw blaast confetti van een opengeslagen boek publieksprijs slaat nergens op

In mijn vriendenkring komt het weleens voor dat iemand kans maakt op een publieksprijs. Hij of zij is genomineerd (of niet, dat maakt soms ook niet uit) en dan begint het circus: er moeten stemmen gewonnen worden. Schaamteloos gaan die vrienden leuren om de gunst van de kiezers. Terecht natuurlijk, want de brutalen hebben de halve wereld (de andere helft van de aarde is overigens niet voor muurbloempjes, dus het percentage voor de brutalen zou nog wel iets groter kunnen zijn).

Luidkeelse zelfpromotors

Vaag staat mij bij dat dat bedelen om stemmen ooit onbeschaafd werd gevonden. Tot er opeens een paar schreeuwerige dj’s en daarna een paar kerels van een voetbalprogramma dat gespecialiseerd was in kleedkamerpraat ‘stem op mij!’ gingen roepen en misschien ook nog iets als ‘we kapen de hele boel en zullen dat elitaire zootje eens een poepie laten ruiken’. Lachen!

Het elitaire zootje zag het tandenknarsend aan en zwoer zich niet tot dit bedenkelijke niveau te verlagen. Maar na de zoveelste nederlaag tegen de luidkeelse zelfpromotors hebben ze hun eed gebroken en doen ze vrolijk mee. En terecht. Een prijs is een prijs en als je die kunt pakken, dan doe je wat daarvoor nodig is.

NS-publieksprijs

Verkiezingen voor publieksprijzen slaan nergens op. Onlangs was er enige ophef over de NS-publieksprijs. Dat er was gesjoemeld met de stemprocedure bleek toen allerlei mensen die Thierry Baudet duidelijk geen warm hart toedragen (zoals Hugo de Jonge) door de organisatie van de prijs werden bedankt voor hun stem op de FvD-voorman. In plaats van Thierry uit de verkiezingen te gooien, werd de hele prijs voor dit jaar geschrapt. Gek, natuurlijk.

Publieksprijs moet draaien om kwantiteit

Maar los daarvan: die verkiezingen zijn volstrekt overbodig. Ze leveren niet het resultaat op waarvoor ze zijn bedoeld: inzicht krijgen in welk programma/ boek/ film/ voorstelling/muziekstuk het populairst is bij het volk. Hooguit laten die verkiezingen zien wie het meest in staat is zijn achterban te mobiliseren. Ook leuk en interessant en als je daarvoor een prijs wilt uitreiken (de volksmobilisatie award): ga je gang! Maar daarvoor zijn deze prijzen niet.

Nu is het mogelijk dat een boek nauwelijks wordt gelezen, maar wel heel veel stemmen krijgt. Dat is toch absurd? Wie een boek niet heeft gelezen, zou het niet aan de populariteitsprijs mogen helpen.

Wie het wel heeft gelezen wel. Daar zit precies de crux. Ook zonder verkiezingen weten we allang welk boek het afgelopen jaar het populairst was. Domweg het boek dat het meest verkocht is en uitgeleend bij de bibliotheken. Voor volgend jaar stel ik daarom voor de verkoop- en uitleencijfers bij elkaar op te tellen, een feestje te organiseren en dan aan degene met de hoogste cijfers een mooie plastiek te overhandigen. Hetzelfde geldt voor alle andere publieksprijzen. Meest verkochte kaartjes wint. Het draait alleen om kwantiteit.

Vakjury’s

Over de kwaliteit zegt het niks. Hermetische dichtbundels, doorwrochte studies over graanprijzen in de achttiende eeuw en atonale opera’s kunnen uitmuntend zijn zonder dat ze het grote publiek weten te vinden. Daarvoor hebben we de vakjury’s vol erudiete, begeesterde kenners van de kunsten, die het artistieke aanbod in de traditie weten te plaatsen en op waarde kunnen beoordelen. Daarbij moeten bezoekersaantallen geen enkele rol spelen.

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant

Deel dit bericht