Het blijft gezeur met die keurmerken. Vorige week maakte Milieu Centraal – na een onderzoek in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit – bekend welke goedgedragstickertjes we serieus moeten nemen en welke niet. Handig dat deze instantie ons probeert te helpen, want met bijna honderd keurmerken voor duurzame, eerlijke en verantwoorde voeding ben je al snel het spoor bijster. Enkele jaren geleden besloot het ministerie om een paar keurmerken tot topkeurmerken uit te roepen. Alleen die zouden echt goed zijn. Alle anderen zijn niet transparant of streng genoeg of controleren onvoldoende.
De tien topkeurmerken
Er zijn maar tien topkeurmerken. Het ministerie hoopt dat we die uit ons hoofd leren, zodat we niet per ongeluk een product met een verkeerd stickertje in ons winkelwagentje gooien. Dat is een beetje gek. Waarom zijn al die keurmerken die kennelijk niet – om met HG te spreken – doen wat ze beloven, überhaupt toegestaan? Weg met die nepkeurmerken!
Die tien topkeurmerken die over zijn, dat hadden er trouwens best een stuk minder kunnen zijn. Zo zitten er een paar biologische keurmerken tussen en zijn Max Havelaar, Utz en Rainforest Alliance alledrie fairtrade-keurmerken. De laatste twee zijn zelfs gefuseerd. Je zou kunnen besluiten per categorie alleen het strengste keurmerk toe te staan, of als overheid zelf drie keurmerken (diervriendelijk, biologisch en eerlijke handel) in het leven te roepen die níét ooit op initiatief van het bedrijfsleven zelf zijn ontstaan. Nu zijn er zelfs voor de topkeurmerken volgens Milieu Centraal ‘altijd nog verbeterpunten mogelijk’. Meer dan drie, vier goede keurmerken lijken mij echt niet nodig.
Het stoplicht van Coca-Cola staat vooral op groen
En dan zorgt Coca-Cola voor nog meer keurmerkentrammelant. Weet u nog dat we enkele jaren geleden het Vinkje hadden, voor voedsel dat gezonder zou zijn dan ander voedsel in de supermarkt? Dat Vinkje was onduidelijk, oneerlijk, deugde dus niet en werd afgeschaft. Nu wordt er al enorm lang gesteggeld over een opvolger. Ik zag het verkeerslicht zoals ze dat in Engeland hebben wel zitten: in één oogopslag kun je daarmee zien of ergens te veel suiker, zout of vet in zit. Handig! Toch? Dankzij Coca-Cola weet ik nu dat ik fout zat. De frisdrankfabrikant heeft, zonder dat het officieel in Nederland is ingevoerd, zo’n verkeerslicht op de verpakking gezet. Voor zout, vet en verzadigd vet pronkt de cola nu met een groene beoordeling (dat zit er namelijk helemaal niet in), terwijl alleen voor suiker het stoplicht op rood springt. Dat ziet er best goed uit en de leek zou kunnen denken dat hij met een redelijk gezond drankje te maken heeft. Maar met de enorme hoeveelheid suiker is dat absoluut niet het geval.
Op naar de Nutri-score
Daarom, begrijp ik nu, zou het beter zijn de zogenaamde Nutri-score in te voeren. In Frankrijk hebben ze die al en ook Spanje krijgt hem. Met deze score worden alle gezonde en ongezonde eigenschappen van een product ‘berekend’, om uiteindelijk met kleuren en een letter (vergelijkbaar met een energielabel) aan te geven hoe gezond of ongezond het is. A is het gezondst, E het minst gezond. Coca-Cola zou met dit systeem een E scoren. Voer maar in, jongens!
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Deel dit verhaal